BELANGRIJK!
!
Controleer de spanning van het lintzaagblad door uw vinger halverwege tussen de
tafel en de bovengeleider tegen de zijkant van het lintzaagblad te drukken.
De spanning is ideaal als er ongeveer 2 mm speling is.
De bovenste zaagbladgeleider afstellen
Voor elke zaagbewerking moet de bovenste bladgeleider worden
aangepast aan het te zagen werkstuk. De bovenste bladgeleider moet
zich ongeveer 3 mm boven het werkstuk bevinden.
1. Draai de klemschroef van de zaagbladgeleider los en stel de
hoogte van de zaagbladgeleider in met de
instelknop. Vergrendel vervolgens de stelknop
(zie Figuur 23).
2. Draai schroef (A, Figuur 23) los en stel de positie van het
afrasteringslager zo af dat het lager zich 1 of 2 mm (Figuur 24)
van de zaagbladtanden bevindt. Draai vervolgens de schroef (A,
Figuur 23) weer vast.
3. Draai schroef (B, Afbeelding 23) los en stel de achterkant van
het handwiel af tot binnen 0,5 mm (Afbeelding 25) van de
achterkant van het blad. Draai vervolgens schroef (B, Afbeelding
23) weer vast.
4. Draai de inbusbout (C, Afbeelding 26) los en stel de aanslaglager
af op een afstand van 0,5 mm van het blad. Draai vervolgens de
inbusbout (C, Afbeelding 26) weer vast.
Stuur
Zaagblad
Fig. 26 : De zaagbladgeleider afstellen
Knop voor
instelling
Fig. 23 : Positie van de bovenste
zaagbladgeleider aanpassen
Fig. 24 : Afstellen van de
Fig. 25: Afstellen van de
21
Knop voor
instelling
Bovenste zaagbladgeleider
Achteraanzicht van
handwiel
Zijaanzicht van
het handwiel
zaagbladgeleider
Stuur
zaagbladgeleider