5 Op de voedingsspanning aansluiten
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstruc-
ties voor Ex-toepas-
singen aanhouden
Voedingsspanning kiezen
Installatiekabel selecte-
ren
16
5
Op de voedingsspanning aansluiten
5.1
Aansluiting voorbereiden
Sluit het instrument altijd aan in spanningsloze toestand.
Het instrument is uitgerust met een geïntegreerde overspanningsbe-
veiliging. Voor een aanvullende afzekering van de signaalcircuits advi-
seren wij extra externe overspanningsbeveiligingen toe te passen.
•
Type B63-48 (toepassing bij VEGAWELL 52 met kunststofbehui-
zing) of
•
Type ÜSB 62-36G.X (toepassing in separate behuizing)
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voorschrif-
ten, de conformiteits- en typebeproevingscertificaten van de senso-
ren en de voedingen worden aangehouden.
De voedingsspanning en het stroomsignaal worden via dezelfde
twee-aderige kabel overgedragen. Het voedingsspanningsbereik kan
afhankelijk van de uitvoering van het instrument variëren.
De specificaties betreffende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk
"Technische gegevens".
Zorg voor een veilige scheiding van het voedingscircuit van de net-
voedingscircuits conform DIN EN 61140 VDE 0140-1
De VEGA-voedingen VEGATRENN 149AEx, VEGASTAB 690,
VEGADIS 371 en alle VEGAMET-apparaten voldoen aan deze eis.
Bij toepassing van een van deze instrumenten is het aanhouden van
veiligheidsklasse III voor de VEGAWELL 52 gewaarborgd.
Houdt rekening met de volgende extra invloeden op de voedings-
spanning:
•
De uitgangsspanning van het voedingsapparaat kan onder nomi-
nale belasting minder worden (bij een sensorstroom van 20,5 mA
of 22 mA bij storingsmelding)
•
Invloed van andere apparaten in het circuit (zie belastingswaarde
in het hoofdstuk "Technische gegevens")
Het instrument word met standaard 2-aderige installatiekabel zonder
afscherming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen
worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor
industriele omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden
gebruikt.
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optredende
omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendigheid en
brandveiligheid heeft.
Gebruik kabels met ronde doorsnede. Een kabelbuitendiameter van
5 ...9 mm zorgt voor een goede afdichtende werking in de kabelwar-
tel. Wanneer u kabel met een andere diameter of doorsnede gebruikt,
vervang dan de afdichting of gebruik een geschikt kabelwartel.
In HART-Multidropbedrijf bevelen wij u aan, afgeschermde kabel te
gebruiken.
VEGAWELL 52 • 4 ... 20 mA/HART