Triple Plus+ en Triple Plus+ IR
Bijlage 4 – Sensorbeperkingen
Bijlage 4 – Sensorbeperkingen
Dit instrument is niet geschikt voor gebruik in een temperatuur van meer dan
50°C, omdat bij een dergelijke temperatuur de elektrochemische toxische
gassensoren gebreken gaan vertonen.
Op de sensoren mag geen water aanwezig zijn, omdat dit de gasdiffusie
kan belemmeren. Gebruik het instrument voorzichtig in natte of vochtige
omgevingen waarin condens op de sensoren kan ontstaan en controleer de
reactie na elk gebruik.
Langdurige blootstelling aan een hoog toxisch gasvolume kan het productleven
van de toxische sensoren verkorten. Toxische sensoren kunnen ook kruisgevoelig
zijn voor andere gassen dan het specifieke doelgas. Daarom kan de aanwezigheid
van andere gassen ertoe leiden dat de sensor reageert. Als u hierover twijfelt,
neemt u contact op met Crowcon of met uw plaatselijke vertegenwoordiger.
Door het gebruik van krachtige radiozenders vlak naast het instrument, kunnen
de RFI-immuniteitsniveaus worden overschreden waardoor foute indicaties
worden gegeven. In dit geval zorgt u voor een redelijke afstand tussen de
antennes en het instrument (bijv. 30 cm).
Standaard Triple Plus+-toestellen merken brandbare gassen op door het gebruik
van een katalytische brandbare sensor, die functioneert wanneer er zuurstof
aanwezig is. Aangeraden wordt om de zuurstofconcentratie en de concentratie
van het brandbare gas te controleren, voordat een besloten ruimte wordt
betreden. Een zuurstofniveau van minder dan 10% zal de meting van een
brandbaar gas reduceren.
De prestatie van katalytische sensoren kan permanent worden geschaad
indien blootgesteld aan siliconen, gassen met een zwavelgehalte (zoals H
S),
2
lood- of chloorsamenstellingen (waaronder chloorwaterstoffen).
35