4 Monteren
monteren of een ander meetprincipe gebruiken zoals bijv. radar of
geleide radar (TDR).
Standpijpmeting
Door de toepassing in een standpijp (dippijp of bypass) zijn invloeden
van ingebouwde onderdelen, schuimvorming en turbulentie uitgeslo-
ten.
Standpijpen moeten tot de gewenste minimale vulhoogte reiken,
omdat een meting alleen in de pijp mogelijk is.
max.
1
min.
Fig. 14: Standpijp in tank
1
Ontluchtingsgat: ø 5 ... 10 mm (0.197 ... 0.394 in)
De VEGASON 61 kan vanaf pijpdiameter 40 mm worden toegepast.
Voorkom grote spleten en dikke lasnaden bij het verbinden van de
pijpen. Bepaal de stoorsignaalonderdrukking.
In producten die sterk neigen tot afzetten, is de meting in een stand-
pijp niet zinvol.
18
VEGASON 61 • Foundation Fieldbus