Werking
Het ventilatietoestel stuurt connector 6b (voeding) aan
met de informatie die is ontvangen van connector 6a
(temperatuursensor).
In de eerste twee minuten na het inschakelen van het
ventilatietoestel heeft de sensor nog niet de juiste
temperatuur bereikt om te bepalen of de klep van de
aardwarmtewisselaar moet worden geopend. Daarom
blijft de klep van de aardwarmtewisselaar minimaal
twee minuten gesloten na het inschakelen van het
ventilatietoestel.
Als het ventilatietoestel de gewenste temperatuur kan
bereiken zonder de klep van de aardwarmtewisselaar te
openen, dan blijft deze klep gesloten. Als met geopende
klep van de aardwarmtewisselaar de buitenlucht
onvoldoende wordt verwarmd of gekoeld bij het
ventilatietoestel, sluit het toestel deze klep.
Als de verbinding met de sensor van de klep van
de aardwarmtewisselaar verbroken wordt, sluit het
ventilatietoestel de klep van de aardwarmtewisselaar en
verschijnt de foutmelding GROUND_HEAT_CONNECT_
ERROR op het scherm van het ventilatietoestel.
12 Aansluiting netspanning
U kunt het toestel altijd aansluiten op de
netvoeding, maar dit is alleen vereist als
een van de 230 V accessoires door het
toestel van stroom wordt voorzien.
De volgende 230 V accessoires krijgen hun stroom via
het toestel:
1
■ Klep ComfoHood
;
■ Pomp ComfoFond-L;
■ Klep aardwarmtewisselaar.
Alle andere functies worden aangestuurd via de
ComfoNet van het ventilatietoestel met een maximum
van 150 mA. Het toestel is beperkt tot levering van
maximaal 10 A aan de 230 V accessoires. Controleer
of alle aangesloten accessoires dit maximum niet
overschrijden.
1
Alleen leverbaar in Zwitserland
13 ComfoNet connector
Elke ComfoNet connector kan op een
willekeurig ComfoNet toestel worden
aangesloten. Wilt u meer ComfoNet
toestellen aansluiten dan het aantal
beschikbare ComfoNet connectoren, maak
dan gebruik van een ComfoSplitter.
Het totale ComfoNet systeem is beperkt tot levering
van maximaal 150 mA. Als alle aangesloten toestellen
tezamen meer dan 150 mA nodig hebben, moet u een
ComfoSplitter installeren.
Aansluitschema ComfoNet
14 Storingsprocedures
Het toestel zelf beschikt niet over een digitaal
besturingssysteem dat storingscodes weergeeft.
Het ventilatietoestel heeft een display dat storingscodes
weergeeft. In de handleiding van het ventilatietoestel is
terug te vinden wat de storingscodes betekenen en hoe
deze storingen kunnen worden opgelost.
NL - 13