Canadian Electrical Code (C22.1), of andere toepasselijke plaatselijke voorschriften. De elek-
trische bedrading moet normaal gesproken minimaal 125% van de vollaststroom (FLC of FLA)
van de bluspompmotor kunnen dragen.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen
Een bevoegd elektricien moet toezicht houden op de elektrische aansluitingen. De maat-
tekeningen tonen het gebied dat geschikt is voor aansluiting van de inkomende stroom en de
motor. Er mag geen andere locatie worden gebruikt. Vanwege de NEMA- of IP-classificatie van
de kast mogen bij het binnengaan van de kast alleen waterdichte naafkoppelingen worden
gebruikt.
De installateur is verantwoordelijk voor adequate bescherming van de onderdelen
van de Variabele snelheid elektrische bluspomp controller tegen metaalpuin of
boorspanen. Nalaten hiervan kan leiden tot letsel bij personeel, schade aan de
controller en vervallen van de garantie.
Voorafgaand het maken van veldverbindingen
1. Open de deur van de behuizing en controleer de interne componenten en bedrading op
tekenen van gerafelde of losse draden of andere zichtbare schade.
2. Ga na of de controllerinformatie overeenkomt met wat vereist is voor het project:
1. Firetrol catalogusnummer
2. De gegevens op het elektrische typeplaatje van de motor komen overeen met de
nominale spanning, frequentie, FLA en vermogen van de controller.
3. De projectinstallateur dient alle benodigde bedrading te leveren voor veldaansluitingen con-
form de National Electrical Code, de plaatselijke elektrische code en andere bevoegde
instanties.
4. Raadpleeg de juiste tekening met veldaansluitingen voor bedradingsinformatie.
Procedure
Alle veldaansluitingen, alarmfuncties op afstand en stroomdraden worden de kast bin-
nengebracht via de bovenste of onderste doorvoeropeningen, zoals aangegeven op de maat-
tekening.
Plaats geen buisingangen aan de zijkanten van de kast, tenzij een wartelplaat is voorzien.
1. Maak met een pons een gat in de behuizing voor het formaat leiding dat wordt gebruikt.
2. Installeer de benodigde leidingen.
3. Trek alle draden die nodig zijn voor veldaansluitingen, alarmfuncties op afstand, netstroom
en alle andere optionele functies. Breng voldoende draad binnen de behuizing om ver-
bindingen te maken met de juiste aansluitpunten voor de lijn, belasting en besturing. Raad-
pleeg het juiste aansluitschema voor aansluitpunten en aanvaardbare draadmaat.
Raadpleeg de National Electrical Code, NFPA 70, voor de juiste maatvoering van draden.
4. Maak alle veldaansluitingen naar de alarmfuncties op afstand en eventuele andere opti-
onele functies.
V2024.02
10