5 Op het bussysteem aansluiten
Veiligheidsinstructies
Voedingsspanning
Verbindingskabel
Kabelafscherming en
aarding
Kabelwartels
18
5
Op het bussysteem aansluiten
5.1
Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
•
Elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
•
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten resp. losmaken.
De voedingsspanning wordt verzorgd door een Profibus-DP-/PA-seg-
mentkoppeling.
De voedingsspanning kan verschillen afhankelijk van de instrumen-
tuitvoering. De gegevens voor de voedingsspanning vindt u in hoofd-
stuk " Technische gegevens".
De aansluiting wordt met afgeschermde kabel conform Profibus-spe-
cificaties uitgevoerd. De voedingsspanning en de overdracht van het
digitale bussignaal gebruiken daarbij dezelfde tweedraads aansluit-
kabel.
Gebruik kabels met ronde doorsnede bij instrument met behuizing
en kabelwartel. Controleer voor welke kabeldiameter de kabelwartel
geschikt is, om de afdichtende werking van de kabelwartel te waar-
borgen (IP-beschermingsklasse).
Gebruik een bij de kabeldiameter passende kabelwartel.
Let erop, dat de gehele installatie conform de Profibus-specificatie
wordt uitgevoerd. Vooral het afsluiten van de bus via overeenkomstige
afsluitweerstanden is belangrijk.
Meer informatie ove kabelspecificatie, installatie en topologie
vindt u in de " Profibus PA - User and Installation Guideline" op
www.profibus.com.
Houd er rekening mee, dat de kabelafscherming en de aarding
conform de veldbusspecificatie uitgevoerd worden. Wij adviseren,
de kabelafscherming aan beide zijden op de aardpotentiaal aan te
sluiten.
Bij installaties met potentiaalvereffening sluit u de kabelafscherming
direct aan op het aardpotentiaal op het voedingsapparaat, in de
aansluitbox en op de sensor. Daarvoor moet de afscherming in de
sensor direct op de interne aardklem aangesloten worden. De externe
aardklem op de behuizing moet laagimpedant op de potentiaalveref-
fening zijn aangesloten.
Metrisch schroefdraad:
Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad zijn de ka-
belwartels af fabriek ingeschroefd. Deze zijn met kunststof pluggen
afgesloten als transportbeveiligingen.
VEGABAR 86 • Profibus PA