10.
Als u het bevestigingsmateriaal hebt losgedraaid
voor de omloopfitting, dient u de moer en bout
aan te draaien tot 1017-1243 N·cm.
De klepactuator plaatsen
1.
Lijn de actuator uit met de verdelerklep
61).
2.
Bevestig de actuator en de klep met de
borgclip die u hebt verwijderd in stap
klepactuator verwijderen (bladz.
3.
Sluit de stekker met 3 contacten van de
klepactuatorkabelboom aan op de connector
met 3 contacten van de kabelboom van de
spuitmachine.
Stalling
1.
(Figuur
2.
3
van
De
66).
3.
4.
5.
6.
7.
8.
75
Parkeer de spuitmachine op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking,
schakel de pomp uit, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje uit het contact.
Verwijder vuil en vet van de gehele machine,
inclusief de buitenkant van de cilinder,
de koelribben van de cilinderkop en de
ventilatorbehuizing.
Belangrijk:
U kunt het voertuig met een mild
reinigingsmiddel en water wassen. Doe dit
niet met een hogedrukreiniger. Daardoor kan
het elektrische systeem worden beschadigd
of noodzakelijk vet op wrijvingspunten
worden weggespoeld. Gebruik niet te veel
water in de buurt van het bedieningspaneel,
de verlichting, de motor en de accu.
Reinig het spuitsysteem; zie
65).
Reinig de zuigers in het klepstel; zie
van de spuitmachine reinigen (bladz.
Behandel het spuitsysteem als volgt:
A.
Laat de schoonwatertank leeglopen.
B.
Laat het spuitsysteem zo grondig mogelijk
leeglopen.
C.
Maak roestwerende, niet-alcohol-
gebaseerde antivriesoplossing voor
motorvoertuigen volgens de instructies van
de fabrikant.
D.
Giet de antivriesoplossing voor
motorvoertuigen in de schoonwatertank en
het spuitsysteem.
E.
Laat de spuitpomp een paar minuten lopen
zodat de antivries voor motorvoertuigen
door het spuitsysteem en eventueel
gemonteerde spuitaccessoires stroomt.
F.
Laat de schoonwatertank en het
spuitsysteem zo grondig mogelijk
leeglopen.
Hef de spuitbomen op met behulp van de
schakelaars van de spuitboomlift. Hef de
spuitbomen op totdat zij geheel kruiselings over
elkaar in de transportstand in de transporthouder
zijn gezet en de hefcilinders volledig zijn
teruggetrokken. Zorg ervoor dat de cilinders
van de spuitbomen volledig zijn teruggetrokken
om beschadiging van de actuatorstang te
voorkomen.
Controleer de remmen; zie
controleren (bladz.
59).
Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt; zie
Onderhoud van het luchtfilter (bladz.
Reiniging (bladz.
De kleppen
65).
De remmen
50).