gaat gebruiken. Stel de voorwaartse tractiesnelheid
in op 6,4 km/uur zodat deze overeenstemt met de
achterwaartse tractiesnelheid (alle 8 afstandsstukken
bovenaan de maaitoerentalbediening). Rij
vooruit met de motor op hoog stationair en de
maaitoerentalbegrenzer ingeschakeld en rem
gedurende 15 seconden. Rij achteruit met de
maximale snelheid voor achteruitrijden en rem
gedurende 15 seconden. Herhaal dit 5 keer en wacht
steeds 1 minuut tussen het vooruit- en achteruitrijden
om te voorkomen dat de remmen oververhit raken; zie
Parkeerremmen afstellen (bladz.
Een mes selecteren
Standaard combinatievleugel
Dit mes is ontworpen om het gras goed rechtop te
zetten en te verspreiden in bijna alle omstandigheden.
Als u minder hef- en verspreidcapaciteit nodig hebt,
kunt u een ander mes overwegen.
Eigenschappen: uitstekende hef- en
verspreidingscapaciteiten voor de meeste
omstandigheden.
Gehoekte vleugel
Dit mes levert doorgaans de beste prestaties bij een
lage maaihoogte-instelling tussen 1,9 en 6,4 cm.
Eigenschappen:
•
De verspreiding blijft gelijkmatiger bij lagere
maaistanden.
•
Voert minder afval naar links waardoor het terrein
rond bunkers en fairways er beter verzorgd uitziet.
•
Minder vermogen nodig bij lagere maaistanden
en dicht gras.
Atomic mulchmes
Dit mes is ontworpen voor uitstekende
bladmulch-resultaten.
Eigenschap: uitstekende bladmulch-resultaten
Werking van het
diagnoselampje
De machine is uitgerust met een diagnoselampje dat
aangeeft dat het elektronische besturingssysteem
een storing gevonden heeft. Het diagnoselampje
bevindt zich op het InfoCenter, boven het display
(Figuur
18). Als de machine naar behoren werkt en
59).
26
het contactsleuteltje naar de stand A
gedraaid, zal het diagnoselampje kort branden om
te tonen dat het werkt. Als er een melding wordt
weergeven, gaat het lampje branden. Als een
foutmelding wordt weergegeven, knippert het lampje
tot de storing is opgelost.
1. Diagnoselampje
De instellingen van het
tegengewicht veranderen
Tijdens verschillende momenten in het maaiseizoen of
als de gazoncondities variëren, moet de hoeveelheid
tegengewicht op de maaidekken worden aangepast
aan de condities.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maaidekken neer, zet de motor af, stel de
parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje
uit het contact.
2.
Ga in het InfoCenter-menu Settings naar
Counterbalance.
3.
Selecteer counterbalance door op de
rechterknop te duwen en kies de gewenste
instelling: low, medium of high.
Opmerking:
Verplaats de machine naar een
testgebied zodra de aanpassing is voltooid en
gebruik de machine met de nieuwe instelling.
Door de nieuwe instelling van het tegengewicht
kan de effectieve maaihoogte veranderd zijn.
/L
AN
OPEN
Figuur 18
wordt
g021272