Problemen, oorzaak en remedie
Probleem
De motor start niet.
De motor start moeilijk of verliest
vermogen.
De motor loopt onregelmatig.
De maaimachine of de motor trilt
abnormaal.
Ongelijkmatig maaipatroon.
Het uitwerpkanaal raakt verstopt.
Mogelijke oorzaak
1. Brandstoftank leeg of oude benzine in
het brandstofsysteem.
2. De bougiekabel is niet aangesloten op
de bougie.
3. De bougie is aangetast, vuil, of de
elektrodenafstand is niet correct
afgesteld.
1. De brandstoftank bevat oude benzine.
2. Het luchtfilterelement is vuil en
belemmert de luchtstroom.
3. De onderkant van de maaikast is
bedekt met maaisel en vuil.
4. De bougie is aangetast, vuil, of de
elektrodenafstand is niet correct
afgesteld.
5. Het motoroliepeil is te laag of de olie
is vuil.
1. De bougiekabel is niet aangesloten op
de bougie.
2. De bougie is aangetast, vuil, of de
elektrodenafstand is niet correct
afgesteld.
3. Het luchtfilterelement is vuil en
belemmert de luchtstroom.
1. Het mes is verbogen of uit balans.
2. De mesbout zit los.
3. De onderkant van de maaikast is
bedekt met maaisel en vuil.
4. De bevestigingsbouten van de motor
zitten los.
1. Alle vier wielen staan niet op dezelfde
hoogte.
2. Het mes is bot.
3. U maait steeds in hetzelfde patroon.
4. De onderkant van de maaikast is
bedekt met maaisel en vuil.
1. De maaihoogte is te laag.
2. U maait te snel.
3. Het gras is nat.
4. De onderkant van de maaikast is
bedekt met maaisel en vuil.
24
Remedie
1. Brandstoftank aftappen en vullen met
verse benzine. Neem contact op met
een erkende servicedealer, als het
probleem blijft voortduren.
2. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
3. De bougie controleren en indien nodig
de elektrodenafstand afstellen. De
bougie vervangen als deze aangetast,
vuil of gebarsten is.
1. Brandstoftank aftappen en vullen met
verse benzine.
2. Het schuimelement reinigen en/of het
papierelement vervangen.
3. De onderkant van de maaikast reinigen.
4. De bougie controleren en indien nodig
de elektrodenafstand afstellen. De
bougie vervangen als deze aangetast,
vuil of gebarsten is.
5. Motoroliepeil controleren. Olie
verversen als deze vuil is of olie
bijvullen als het oliepeil te laag is.
1. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
2. De bougie controleren en indien nodig
de elektrodenafstand afstellen. De
bougie vervangen als deze aangetast,
vuil of gebarsten is.
3. Het schuimelement reinigen en/of het
papierelement vervangen.
1. Het mes balanceren. Het mes
vervangen als dit is verbogen.
2. Draai de mesbout vast.
3. De onderkant van de maaikast reinigen.
4. De bevestigingsbouten van de motor
vastdraaien.
1. Alle vier de wielen instellen op dezelfde
hoogte.
2. Mes slijpen en balanceren.
3. In een ander patroon maaien.
4. De onderkant van de maaikast reinigen.
1. Instellen op een hogere maaistand.
2. Verminder uw snelheid.
3. Het gras eerst laten drogen voordat u
gaat maaien.
4. De onderkant van de maaikast reinigen.