Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoud Van De Bougie; Onderhoud Aandrijfsysteem; Zelfaandrijving Afstellen - Toro 22291 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor 22291:
Inhoudsopgave

Advertenties

Onderhoud van de bougie

Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer,
reinig en wijzig de afstand van de bougie;
vervang de bougie als dat nodig is.
Gebruik een NGK BPR5ESbougie of een bougie van een
equivalent type.
1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
2. Verwijder de bougiekabel van de bougie.
3. Maak de omgeving van de bougie schoon.
4. Haal de bougie uit de cilinderkop.
Belangrijk: Als de bougie gebarsten of vuil
is, moet deze worden vervangen. U mag de
elektroden niet reinigen omdat hierdoor gruis in
de cilinder terecht kan komen. Dit leidt meestal
tot beschadiging van de motor.
5. Stel de elektrodenafstand in op 0,76 mm (Figuur 18).
Figuur 18
1. Centrale elektrode-isolator
2. Massa-elektrode
3. Elektrodenafstand (niet op schaal weergegeven)
6. Monteer de bougie voorzichtig met de hand (om
beschadiging van de schroefdraad te voorkomen).
7. Draai de bougie vast met een torsie van 23 Nm.
Belangrijk: Een losse bougie kan erg heet
worden en de motor beschadigen; een bougie te
vast draaien kan de schroefdraad in de cilinderkop
beschadigen.
8. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
Onderhoud
aandrijfsysteem

Zelfaandrijving afstellen

Opmerking: Als de machine nieuw is, zichzelf niet aandrijft,
of naar voren kruipt, moet u de kabel van de aandrijving
afstellen.
1. Rijd de machine naar buiten op een verharde
ondergrond met een stevige muur (om te voorkomen
dat de machine vooruitrijdt terwijl de motor loopt).
2. Zet de machine met de voorwielen tegen de muur.
Opmerking: Zorg dat de omgeving goed geventileerd
is en vrij van afval dat door de machine kan worden
weggeslingerd.
3. Start de motor; zie De motor starten (bladz. 13).
4. Trek de stang van de zelfaandrijving tegen de
handgreep.
Opmerking: De wielen moeten beginnen draaien
wanneer de stang van de zelfaandrijving de handgreep
net raakt.
5. Zet de motor af.
6. Als u de machine moet afstellen, zijn er twee
mogelijkheden:
Als de wielen niet draaien wanneer u de stang van
de zelfaandrijving inschakelt, is de aandrijfriem
niet genoeg gespannen. Draai de afstelknop van
de wielaandrijving (Figuur 19) 1 slag rechtsom en
herhaal stap 3 tot 5.
1. Afstelknop van wielaandrijving
Als de wielen al draaien voordat u de stang van
de zelfaandrijving volledig hebt ingedrukt, is de
aandrijfriem te hard aangespannen. Draai de
afstelknop van de wielaandrijving (Figuur 19) 1 slag
linksom en herhaal stap 3 tot 5.
19
Figuur 19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave