Reiniging
Onderkant van de maaikast
reinigen
Om de beste maairesultaten te verkrijgen, moet u de
onderkant van de maaikast schoon houden. Let vooral op dat
er geen vuil of aan de uitstoters zit (Figuur 24).
Figuur 24
1. Uitstoters
Wassen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
WAARSCHUWING
Er kan materiaal losraken dat zit vastgekoekt aan
de onderkant van de maaikast.
• Draag oogbescherming.
• Blijf in de bedieningspositie (achter de
handgreep) staan als de motor loopt.
• Houd omstanders uit de buurt.
1. Zet de maaimachine op een vlak oppervlak van asfalt
of beton, dicht bij een tuinslang.
2. Start de motor.
3. Houd de tuinslang ter hoogte van de handgreep en
richt de waterstraal op de grond, net vóór het rechter
achterwiel (Figuur 25).
Figuur 25
1. Rechter achterwiel
Opmerking: Het maaimes zuigt het water in
de maaimachine, waardoor het maaisel wordt
weggespoeld. Laat het water lopen totdat er geen
maaisel meer onder de maaikast vandaan komt.
4. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
5. Draai de kraan dicht.
6. Start de maaimachine en laat deze een aantal minuten
draaien om de maaikast en de componenten ervan te
laten opdrogen.
Schrapen
Als u niet al het vuil aan de onderkant van de maaikast kunt
wegwassen, moet u de machine schoon schrapen.
1. Verwijder de bougiekabel van de bougie.
2. Tap de benzine af uit de brandstoftank.
WAARSCHUWING
Als de maaimachine kantelt, kan er benzine uit
de carburateur of benzinetank lekken. Benzine
is uitermate ontvlambaar en explosief en kan
in bepaalde omstandigheden lichamelijk letsel
of materiële schade veroorzaken.
Voorkom dat er benzine wordt gemorst door
de motor droog te laten lopen of de benzine te
verwijderen met een handpomp.
3. Kantel de maaimachine op zijn rechterkant met het
luchtfilter naar boven.
4. Verwijder vuil en maaisel met een hardhouten schraper.
Vermijd bramen en scherpe randen.
5. Zet de maaimachine terug in de bedrijfsstand.
6. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
22