VOORZORGSMAATREGELEN
• Zorg ervoor dat de afstand tussen buitenunits, voedingskabel en
besturingskabels en televisies en radio's minimaal 1 m bedraagt,
om vervorming van het beeld en interferentie te voorkomen.
(Bij sommige radiofrequenties kan een afstand van
1 meter in voorkomende gevallen onvoldoende blijken te
zijn om vervorming van het radiosignaal te voorkomen.)
200 of
meer
(2) Plafondhoogte
• Installeer deze unit met de bodemplaat op een minimale
hoogte van 2,5 meter, zodat hij buiten het bereik van de
cliënt is.
• Deze unit kan wordt geïnstalleerd in plafonds met hoog-
tes tot 3,8 meter. Als het plafond echter hoger is dan 2,7
meter, dient de connector van de printplaat (A2P) te wor-
den vervangen en moet een luchtuitlaat-afdichting te
worden geplaatst. Zie INSTALLATIE IN HOGE PLA-
FONDS (blz. 10).
(3) Gebruik ophangbouten voor installatie. Controleer of
het plafond stevig genoeg is om het gewicht van de unit
te dragen. In geval van twijfel dient het plafond vóór
installatie te worden versterkt.
(De papieren pasmal toont de bevestigingspunten. Houd de
mal tegen het plafond om vast te stellen waar het plafond
versterkt moet worden.)
1500 of
meer
(Uitlaatzijde)
4.
VOORBEREIDINGEN VOOR INSTALLATIE
(1) Verhouding van plafondopening tot de positie van de
ophangbouten.
Nederlands
200 of
meer
(lengte : mm)
20 of meer
(Afvoerkant)
(lengte : mm)
Decora-
tiepaneel
Plafon-
dopening
Binnenunit
Ophangbout
(×4)
A
B
C
D
(lengte : mm)
Model
FXKQ25 · 32 · 40M(A)VE(9)
FXKQ63M(A)VE(9)
(2) Maak een opening in het plafond om de unit in te install-
eren. (Bij een bestaand plafond.)
• Gebruik de papieren pasmal die u intussen heeft aange-
past met de afmetingen van de plafondopening.
• Maak de opening in het plafond op het moment dat de
unit kan worden geïnstalleerd en leg de koel- en afvoer-
buizen, de kabel van de afstandsbediening en de trans-
missieleiding van de binnen/buiten-unit aan. (Zie
"BEDRADINGSVOORBEELD EN HET INSTELLEN VAN
DE AFSTANDSBEDIENING" voor instructies over het
aanleggen van de bedrading. Zie de installatiehandle-
iding van de buitenunit voor instructies over het aanleg-
gen van het buizenwerk.)
• Nadat de opening in het plafond is aangebracht kan ver-
steviging van het plafond nodig zijn om verzakkingen en
trillingen te voorkomen. Raadpleeg een aannemer voor
details.
<Opzet voorbeeld>
Opmerking) Alle hierboven weergegeven materialen worden
niet meegeleverd.
(3) Plaats de ophangbouten.
(Gebruik M8 ophangbouten.)
Gebruik ankers bij bestaande plafonds en ingebedde ankers
en inzetstukken bij nieuwe plafonds, zodat het gewicht van
de unit gedragen kan worden. Pas de lengte van de bouten
op het plafond aan alvorens de unit te installeren.
5.
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
Het installeren van optionele accessoires (behalve het dec-
oratiepaneel) is gemakkelijker wanneer u dat doet voordat
u de binnenunit gaat monteren.
Gebruik tijdens installatie alleen de bijgeleverde accessoires en
de door uw bedrijf voorgeschreven materialen.
(1) Breng de unit tijdelijk op zijn plaats.
• Bevestig de ophangbeugel aan de ophangbout. Draai de
bovenste en onderste moeren vast en gebruik carrosseri-
eringen.
Ter plaatse te verkrijgen
onderdeel.
Carrosserieringen (accessoire)
Boven en onder vastdraaien
(Dubbele moeren)
(2) Stel de hoogte van de unit in met behulp van de meege-
leverde pasmallen.
(3) Plaats de unit pas in de juiste positie; zie "HET
SELECTEREN VAN DE PLAATS" (1).
A
B
C
1110
1150
1200
1240
1310
1350
1400
1440
Plafondsteen
Anker
Vleugelmoer of spanschroef
Ophangbout
Plafond
(lengte : mm)
D
4