Carrosseri-
Naam
ering voor
hangbeugel
Hoeveel-
8 stuks
8 stuks
heid
Vorm
Naam
Luchtuitlaatafdichting
Hoeveelheid
1 stuks
Vorm
• De schroeven voor het bevestigen van de panelen zijn aan
de panelen bevestigd.
2-3
OPTIONELE ACCESSOIRES
• Voor deze unit zijn een afstandsbediening en decoratiepa-
neel (niet meegeleverd) benodigd. (Zie Tabel 1,2.)
Tabel 1
Min. hoogte
Model
boven plafond
FXKQ25 · 32 ·
40M(A)VE(9)
220 mm of meer
FXKQ63M(A)VE(9)
• Er zijn twee soorten van afstandsbedieningen: met draad en
draadloos. Selecteer een afstandsbediening uit Tabel 2 na
overleg met de cliënt en installeer de afstandsbediening op
een geschikte plaats.
Tabel 2
Afstandsbediening
Met draad
Type met warmtepomp
Draadloos
Alleen voor koelunits
OPMERKING
• Wanneer de klant een afstandsbediening wil gebruiken die
niet in Tabel 2 op pagina 3 is opgenomen, kunt u een ges-
chikte afstandsbediening selecteren op basis van catalogi en
technische informatie.
BESTEED TIJDENS INSTALLATIE EXTRA AAN-
DACHT AAN DE VOLGENDE PUNTEN EN INSPECT-
EER NA INSTALLATIE.
a. Inspectiepunt na voltooiing van installatie.
Wat kan gebeuren als het niet
Inspectiepunt
goed is uitgevoerd.
Zijn de binnen- en buite-
De unit kan vallen, trillen of bijge-
nunit stevig gemonteerd?
luiden proceduren.
Is de gaslektest goed uitge-
Er kan onvoldoende gekoeld wor-
voerd?
den.
Er kan condenswater gaan drup-
Is de unit goed geïsoleerd?
pen.
Stroomt de afvoer goed
Er kan condenswater gaan drup-
door?
pen.
3
Klem
Pasmal voor installatie
2 elk
4 Bouten
(Overigen)
• Bedieningshandleiding
• Installatiehandleiding
Panelen bevestigd
Wit
BYK45FJW1
BYK71FJW1
Inspec-
tiepunt
Komt de voedingsspanning
Er kunnen storingen optreden
overeen met de spanning
ofcomponenten doorbranden.
die op de kenplaat staat?
Zjin de bedrading en de bui-
Er kunnen storingen optreden of
zen goed aangelegd?
componenten doorbranden.
Is de unit goed geaard?
Gevaar op elektrische schrokken.
Voldoet de bedrading aan
Er kunnen storingen optreden of
de specificaties?
componenten doorbranden.
Worden de luchtinlaat of de
Er kan onvoldoende gekoeld wor-
luchtuitlaat van binnen- of
den.
buitennuit geblokkeerd?
Is de lengte van de koel-
De lading van het koelmiddel in
leidingen en de lading van
het systeem kan niet goed
het aanvullende koelmiddel
bepaald worden.
genoteerd?
b. Inspectiepunt op moment van oplevering.
lees ook de paragraaf "VEILIGHEIDSMAATREGELEN"
Inspectiepunt
Heeft u de cliënt de werking van het systeem uitgelegd en de
gebruiksaanwijzing laten zien?
Heeft u de cliënt de gebruiksaanwijzing overhandigd?
c. Items die uitleg behoeven
De items in de gebruiksaanwijzing die zijn gemarkeerd met
WAARSCHUWING en
GELEN hebben betrekking op situaties waaruit lichamelijk
letsel en materiële schade kan voortvioeien. Bovendien bevat
de gebruiksaanwizing instructies vooe het normale gebruik
van het systeem. Het is van balang dat u de cliënt een
volledinge beschrijving geeft van de werking van het systeem
en beveel de cliënt aan om de gebruiksaanwijzing goed te
lezen.
2-4
OPMERKINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
Geef uw klanten uitgebreide instructies (voor de bediening van
de verschillende functies en het instellen van de temperatuur)
door de klant zelf het apparaat te laten bedienen met behulp
van de instructies in de handleiding.
3.
HET SELECTEREN VAN DE PLAATS
Breng extra isolatiemateriaal aan op de behuizing van het appa-
raat wanneer de relatieve luchtvochtigheid in het plafond
mogelijk hoger dan 80 % kan worden. Gebruik glaswol, polyeth-
yleenschuim, of een vergelijkbaar materiaal net een dikte van
minimaal 10 mm.
(1) Kies een plaats die aan de volgende voorwaarden voldoet
en de goedkeuring van de cliënt heeft.
• Bovenin (ook boven het plafond) de binnenunit kan geen
water omlaag druppelen van de koelmiddelleiding, de
afvoerleiding, de waterleiding enz.
• Waar de lucht optimaal kan circuleren.
• Waar de luchtdoorgangen niet geblokkeerd worden.
• Waar condens goed kan worden afgevoerd.
• Waar het plafond sterk genoeg is om het gewicht van de
binnenunit te dragen.
• Waar het valse plafond niet duidelijk overhelt.
• Waar voldoende ruimte voor installatie en onderhoud
gerealiseerd kan worden.
• Waar voldoende ruimte voor installatie en onderhoud
gerealiseerd kan worden.
• Waar het buizenwerk tussen de binnen- en buitenunits
binnen de voorgeschreven limiet blijft.
(Zie de installatiehandleiding van de buitenunit.)
Inspec-
tiepunt
VOORZORGSMAATERE-
Nederlands