Motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij
de kortste periode aan)
Het carter van de motor is in de fabriek gevuld met
olie. Desondanks dient u het oliepeil te controleren
voordat u de motor voor de eerste keer start en
daarna nog eens.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Verwijder de peilstok en veeg deze af met een
schone doek
(Figuur
de buis. Let erop dat de peilstok er volledig in
schuift. Haal de peilstok eruit en controleer het
oliepeil.
Figuur 37
1. Dop van vulbuis
3.
Als het oliepeil te laag is, moet u de vuldop
losmaken van het klepdeksel
voldoende olie bijvullen totdat het peil de
Vol-markering op de peilstok bereikt. Vul de olie
langzaam bij en controleer daarbij veelvuldig het
peil. Niet te vol vullen.
4.
Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats.
Motorolie verversen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50
bedrijfsuren—De motorolie
verversen.
Om de 100 bedrijfsuren—De motorolie
verversen (vaker wanneer de motor onder
zware belasting of bij hoge temperaturen moet
werken).
1.
Start de motor en laat deze 5 minuten lopen.
Warme olie kan beter worden afgetapt.
2.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
stel de parkeerrem in werking, schakel de
spuitpomp uit, zet de motor af en verwijder het
sleuteltje.
3.
Maak de vergrendeling op de achterzijde van de
bestuurdersstoel los en klap deze naar voren.
37). Steek de peilstok in
2. Peilstok
(Figuur
37) en
VOORZICHTIG
De onderdelen onder de stoel zullen heet
zijn als de spuitmachine in gebruik is
geweest. U kunt zich verbranden als u
hete onderdelen aanraakt.
Laat de machine afkoelen voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert of
onderdelen onder de motorkap aanraakt.
4.
Plaats een opvangbak onder de aftapplug.
5.
Verwijder de aftapplug
g023037
1. Oliefilter
6.
Als alle olie is afgetapt, plaatst u de aftapplug
terug en zet u deze vast met 13,6 N·m.
7.
Geef de oude olie af bij een erkend
inzamelcentrum.
8.
Giet ca. 80% van de gespecificeerde
hoeveelheid olie langzaam in de vulbuis
37).
9.
Controleer het oliepeil.
10.
Giet langzaam extra olie bij totdat het oliepeil de
V
-markering op de peilstok bereikt.
OL
Belangrijk:
met olie. Hierdoor kan de motor worden
beschadigd.
Het motoroliefilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
1.
Laat de olie uit de motor lopen; raadpleeg
Motorolie verversen (bladz.
2.
Verwijder het oliefilter
3.
Veeg het oppervlak van de pakking voor het
filtertussenstuk schoon.
48
(Figuur
38).
Figuur 38
2. Olieaftapplug
Het carter nooit te vol vullen
48), stap
(Figuur
38).
g023045
(Figuur
1
tot 7.