spuitbomen in de gewenste stand te zetten terwijl de
machine stilstaat.
De spuitbomen verstellen
1.
Stop de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Laat de spuitbomen zakken met behulp van de
liftschakelaars van de spuitbomen.
Opmerking:
Wacht totdat de spuitbomen
volledig zijn uitgeklapt in de
3.
Als de spuitbomen moeten worden ingeklapt,
dient u de machine te laten stoppen op een
horizontaal oppervlak.
4.
Breng de spuitbomen met de liftschakelaars
omhoog totdat zij geheel kruiselings over elkaar
in de transportstand in de transporthouder
zijn gezet en de hefcilinders volledig zijn
teruggetrokken.
Belangrijk:
Ter voorkoming van schade
aan de cilinder van de actuators van de
spuitbomen, moet u ervoor zorgen dat
de actuators vóór transport volledig zijn
ingetrokken.
De transporthouder van de
spuitbomen gebruiken
De spuitmachine heeft een transporthouder voor de
spuitbomen die is voorzien van een unieke beveiliging.
Als de spuitbomen in de
en per ongeluk in aanraking komen met een laag
overhangend object, kunnen zij uit de transporthouder
worden gedrukt. In dit geval komen de spuitbomen
in een bijna horizontale stand op de achterkant van
de machine te rusten. Hoewel de spuitbomen hierbij
geen schade oplopen, dienen zij onmiddellijk te
worden teruggeplaatst in de transporthouder.
Belangrijk:
De spuitbomen kunnen
beschadigd raken als zij niet kruiselings
worden getransporteerd in de transporthouder.
Om de spuitbomen terug te plaatsen in de
transporthouder, moet u deze neerlaten in de
en vervolgens weer omhoog brengen in
SPUITSTAND
de
. Zorg ervoor dat de cilinders
TRANSPORTSTAND
van de spuitbomen volledig zijn teruggetrokken om
beschadiging van de actuatorstang te voorkomen.
Spuiten
Belangrijk:
Om ervoor te zorgen dat de oplossing
goed gemengd blijft, moet u de mengfunctie
gebruiken als er een oplossing in de tank zit.
Om te mengen, moet u de pomp ingeschakeld
.
SPUITSTAND
staan
TRANSPORTSTAND
hebben en de motor hoger dan stationair laten
lopen. Als u het voertuig tot stilstand brengt maar
het mengsysteem wenst te gebruiken: stel de
parkeerrem in werking, zet de pomp aan, druk het
gaspedaal volledig in en zet de gasblokkering op
A
.
AN
Opmerking:
Deze procedure gaat ervan uit dat
de pomp ingeschakeld is naar aanleiding van de
procedure
Bediening en gebruik van de spuitmachine
(bladz.
30).
1.
Breng de spuitbomen omlaag.
2.
Zet, terwijl de hoofdschakelaar van
de spuitbomen op U
spuitboomschakelaars op A
3.
Vervolgens rijdt u naar het perceel waar u moet
spuiten.
4.
Zet de hoofdschakelaar van de spuitbomen op
A
om te beginnen met spuiten.
AN
Opmerking:
spuitbomen die aan het sproeien zijn.
Opmerking:
mengen leiden tot schuimvorming in de tank.
Zet de mengklep uit om dit te voorkomen. Als
alternatief kunt u ook een antischuimmiddel in
de tank gebruiken.
5.
Gebruik de dosisschakelaar om de dosis te
wijzigen en in te stellen.
6.
Als u klaar bent met spuiten, zet u de
hoofdschakelaar van de spuitbomen op U
alle spuitbomen uit te schakelen. Daarna zet u
de pompschakelaar op U
Spuittips
•
Overlap geen stukken waar u eerder hebt
gespoten.
•
Controleer of er geen spuitdoppen zijn verstopt.
Vervang versleten of beschadigde spuitdoppen.
•
Schakel met de hoofdschakelaar de spuitbomen
uit voordat u de spuitmachine tot stilstand brengt.
Nadat u de machine tot stilstand hebt gebracht,
moet u de schakelhendel in de
zetten en met de snelheidsblokkering in de
neutraalstand de motor op toeren houden, zodat
het mengen blijft doorgaan.
•
U verkrijgt betere resultaten als de spuitmachine in
beweging is wanneer u de spuitbomen inschakelt.
•
Let op veranderingen in de gebruiksdosis die
kunnen aangeven dat uw snelheid te hoog is voor
het bereik van de spuitdoppen of dat er problemen
zijn met het spuitsysteem.
32
staat, de 3
IT
.
AN
Het InfoCenter toont de
Als de tank bijna leeg is, kan het
.
IT
NEUTRAALSTAND
om
IT