Avant 860i
Probleemoplossing
Hieronder staan mogelijke oorzaken voor kenmerkende problemen. Meer oorzaken die met de motor te maken
hebben, vindt u in de handleiding van de motor. Als er problemen zijn met de werking van de machine, controleer
dan de beide probleemoplossingslijsten en als het probleem dan nog niet is opgelost, neem dan contact op met
uw dichtstbijzijnde service point.
Probleem
Mogelijke oorzaak
Detectie van de aanwezigheid
van de bestuurder
Gaspedaal is ingedrukt
Hoofdschakelaar uit
Accu leeg, accuspanning te laag
De motor draait niet
Doorgeslagen zekering
Accukabels slecht aangesloten
Problemen met de motor
Besturingshendel externe
hydrauliek is in
vergrendelingspositie.
Weinig brandstof, geen brandstof
of verkeerd type brandstof
De motor krijgt geen brandstof,
verstopt brandstoffilter of
Motor draait maar
brandstofleiding
start niet, of start en
stopt onmiddellijk
Lage omgevingstemperatuur
Het koudstartelement is defect.
Accu leeg of beschadigd
Verstopte radiateur
Vuil rondom de motor
De motor raakt
oververhit
Koelmiddelpeil laag
Koelsysteem lekt
Oplossing
De bestuurder moet op de bestuurdersstoel zitten voordat de motor kan
worden gestart. De schakelaar van de aftakas moet op UIT staan.
Laat het gaspedaal los. De motor start niet als het gaspedaal is
ingedrukt.
Zet de hoofdschakelaar aan.
Controleer de accu en laad deze op.
Controleer de zekeringen. Als de zekering opnieuw doorslaat, moet u
uitzoeken wat de oorzaak is. Neem contact op met onderhoud.
Controleer ook de hoofdzekering die in de accukabel is geïnstalleerd.
Controleer de accukabels en -polen. Reinig en draai vast indien nodig.
Controleer de storingscodes van de motor-ECU op de infopagina's van
het multifunctionele display.
Draai de hendel in de middelste (neutrale) positie.
Vul de tank met het juiste type brandstof. Voer water af uit het
brandstoffilter. Spuit het brandstofsysteem in, zie pagina 114.
Voer water af uit het brandstoffilter. Spuit het brandstofsysteem in, zie
pagina 114.
Controleer of de brandstofslangen en het brandstoffilter schoon zijn en
niet zijn bevroren. Vervang het brandstoffilter, reinig de
brandstofleidingen.
Als u brandstof gebruikt die niet is bedoeld voor gebruik bij lage
temperaturen en de temperatuur onder de ontwerptemperatuur van de
brandstof is gedaald, moeten de brandstoffilters worden vervangen.
Brandstof met een te lage temperatuur vormt paraffineresten in de
filters en de brandstofleidingen, waardoor de brandstofstroom wordt
geblokkeerd.
Leeg en reinig de brandstoftank. Controleer of de brandstoftankuitgang
niet is geblokkeerd.
Gebruik het juiste type motor- en hydraulische olie. Olie die is
ontworpen voor prestaties bij lage temperaturen helpt aanzienlijk bij
koude starten. Zie de aanbevelingen in deze handleiding.
Controleer zekeringen en relais.
Gebruik startkabels om te starten met een andere accu (zie pagina
138) en laad de accu dan op of vervang hem als hij is beschadigd.
Reinig de radiateur en ventilator vanaf de motorzijde.
Reinig de motor en het gebied daaromheen zorgvuldig.
Voeg koelmiddel toe.
Controleer of de dop van het koelmiddeldrukreservoir goed dicht zit.
Controleer het koelsysteem en alle leidingen en verbindingen.
141
Probleemoplossing