Voor- en achterpaneel
16. AUTO PUNCH IN/OUT
Hiermee maakt u instellingen voor de auto punch-in/out
functie.
• ON/OFF-knop:
Hiermee schakelt u de auto punch-in/out-functie in/uit.
Wanneer ze aan staat, licht de knopindicator op.
• IN-knop:
Deze knop bepaalt de punch-in-locatie. Wanneer u op deze
knop drukt, wordt de huidige locatie onthouden als de
punch-in-locatie, en de knopindicator licht op. Nadat u de
punch-in-locatie hebt ingesteld, kan u direct naar deze locatie
springen door op deze knop te drukken.
• OUT-knop:
Deze knop bepaalt de punch-out location. Wanneer u op
deze knop drukt, wordt de huidige locatie onthouden als de
punch-out-locatie, en de knopindicator licht op. Nadat u de
punch-out-locatie hebt ingesteld, kan u direct naar deze
locatie springen door op deze knop te drukken.
• DELETE-knop:
Deze knop wist de punch-in/out-locaties uit die opgeslagen
werden met de IN- en OUT-knoppen. Door deze knop
ingedrukt te houden en op IN of OUT te drukken, kan u de
locatie die in de respectieve knop was opgeslagen, uitwissen.
De indicator van de overeenkomstige knop gaat uit.
17. MARKER
Met deze knoppen maakt u instellingen die verband houden
met de Marker-functie.
• MARK-knop
Met deze knop plaatst u een marker op de gewenste locatie
in een song. Wanneer u op deze knop drukt, wordt er een
marker toegewezen aan de huidige locatie.
Markers worden sequentieel genummerd vanaf het begin
van de song. U kan elke marker ook een naam geven. In het
marker-veld van de display verschijnt de marker van de
huidige locatie (indien er een marker is toegewezen aan de
huidige locatie) , of van de vorige marker indien er geen
marker is toegewezen aan de huidige locatie. Als u markers
plaatst in een song, wordt het onder meer makkelijker om te
achterhalen welk deel van een song er wordt weergegeven,
enz.
Een marker toewijzen (p. 47)
16
• SEARCH
-knop:
Hiermee springt u naar de locatie van de vorige marker.
• SEARCH
-knop:
Hiermee springt u naar de locatie van de volgende marker.
• CLEAR-knop:
Deze knop wist een marker uit. Wanneer u op deze knop
drukt, wordt de marker die momenteel in het marker-veld
van de display staat, uitgewist.
18. AUDIO TRACK MIXER Faders 1–8
Met deze faders regelt u het weergavevolume van elke track.
* In deze handleiding noemen we de AUDIO TRACK
MIXER faders kortweg 'TRACK faders'.
19. MASTER Fader
Met deze fader regelt u het globale volume.
20. REC TRACK (recording track)-
knoppen 1–8
Met deze knoppen selecteert u het op te nemen spoor. De
knop van een spoor dat voor opname is geselecteerd,
knippert rood en licht rood op tijdens de opname. Wanneer
de opname voltooid is, licht deze knop afwisselend oranje en
groen op.
De toestand van de indicator geeft de track status als volgt
aan.
• Uit:
Het spoor bevat geen opgenomen data (niet-opgenomen
track)
• Groen:
Het spoor bevat opgenomen data (opgenomen track)
• Groen knipperend:
Het spoor bevat opgenomen data, maar werd uitgeschakeld
• Rood knipperend:
In record-ready mode. Het spoor werd geselecteerd voor
opname
• Rood:
Het spoor wordt nu opgenomen
• Afwisselend oranje en groen:
De track bevat opgenomen data en is geselecteerd voor
opname
• Oranje knipperend:
Het spoor bevat opgenomen data, maar is uitgeschakeld, en
het is ook geselecteerd voor opname