Low Gain [-20–+20 dB]
Deze parameter bepaalt de gain (de hoeveelheid versterking
of verzwakking) voor de bass equalizer.
Low-Mid Gain [-20–+20 dB]
Deze parameter bepaalt de gain (de hoeveelheid versterking
of verzwakking) voor de low-midrange equalizer.
Low-Mid Freq [100–10.0 kHz]
Deze parameter bepaalt de centrale frequentie voor de low-
midrange equalizer.
Low-Mid Q [0.5–16]
Deze parameter bepaalt de breedte van het gebied rondom
de frequentie ingesteld inÒLow-Mid FreqÓ, waarin de gain
wordt veranderd. Hoe hoger deze waarde, des te smaller
wordt dit gebied.
High-Mid Gain [-20–+20 dB]
Deze parameter bepaalt de gain (de hoeveelheid versterking
of verzwakking) voor de high-midrange equalizer.
High-Mid Freq [100–10.0 kHz]
Deze parameter bepaalt de centrale frequentie voor de high-
midrange equalizer.
High-Mid Q [0.5–16]
Deze parameter bepaalt de breedte van het gebied rondom
de frequentie ingesteld inÒHigh-Mid FreqÓ, waarin de gain
wordt veranderd. Hoe hoger deze waarde, des te smaller
wordt dit gebied.
High Gain [-20–+20 dB]
Deze parameter bepaalt de gain (de hoeveelheid versterking
of verzwakking) voor de treble equalizer.
Level [-20–+20 dB]
Deze parameter regelt het volume na het equalizer-stadium.
Flanger
Het flanger-effect geeft een draaiend karakter aan het geluid,
zoals het geluid van een overvliegende jet.
Dit effect kan gebruikt worden wanneer de Modulation
ÒEffect TypeÓ-parameter op ÒFLANGERÓ staat.
Parameterfuncties van de Insert-effecten
Effect On/Off [OFF, ON]
Deze parameter schakelt het flanger-effect in/uit.
Rate [0–100]
Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid van het flanger-
effect.
Depth [0–100]
Hiermee bepaalt u de modulatiediepte van het flanger-effect.
Manual [0–100]
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie waarop het effect
wordt toegepast.
Resonance [0–100]
Bepaalt de hoeveelheid resonantie (feedback). Als u deze
waarde verhoogt, wordt het effect nadrukkelijker, waardoor
er een ongewoon geluid ontstaat.
Separation [0–100]
Hiermee regelt u de spreiding. De verspreiding neemt toe
naarmate de waarde toeneemt. Dit heeft vooral effect
wanneer u stereo output gebruikt.
Foot Volume
Regel het volume tussen effecten onderling. Als u met een
expressiepedaal het foot volume bedient, kan u het volume
van het output-geluid naadloos veranderen.
* Voor meer details, zie ÒExterne apparaten aansluitenÓ(p. 21).
F.Vol On/Off [OFF, ON]
Hiermee schakelt u het foot volume in/uit.
Lo-Fi Box
Dit effect geeft een lo-fi-geluid.
Effect On/Off [OFF, ON]
Deze parameter schakelt het lo-fi box-effect in/uit.
Type
Hiermee selecteert u de mode van de lo-fi box.
RADIO:
Het geluid klinkt alsof het uit een AM-radio komt. Door de
ÒTuningÓ bij te regelen, kan u de geluiden simuleren die u
101