3.2 Meting luchttemperatuur
-
Tijdens het meten van de luchtsnelheid, wordt de temperatuur ook automatisch opgemeten en
weergegeven.
-
Kies de gewenste meeteenheid met de toets '°C/°F' (6).
-
Plaats de meetkop nogmaals in de luchtstroom, nu wordt de temperatuur getoond.
3.3 Meting wind / luchtstroom (Directe luchtstroom)
-
Druk op de 'ON/OFF' toets om het apparaat in te schakelen. Druk hierna op de 'VEL/FLOW'
toets (4) om de 'FLOW' functie te selecteren. Het 'FLOW' symbool verschijnt op de display.
-
Druk op de 'UNIT' toets (3), om de gewenste meeteenheid (CFM of CMM) te selecteren.
-
Bovenaan het scherm verschijnt de laatst ingestelde sectie. Om een nieuwe in te stellen, op de
'AREA' toets (0) drukken. De vier digits eronder zijn leeg en kunnen worden ingevuld.
-
Druk een aantal keer op de 'OPTION' toets totdat er noch 'AVE' of '2/3VMAX' op de display
staat. Gebruik het numerieke toetsenbord om numerieke waarden in te voeren. Nadat de lege
velden zijn ingevuld, op de 'ENTER' toets drukken ter beëindiging. De anemometer zal deze
functie ook automatisch verlaten, zodra de 4 digits zijn ingevuld.
-
Kijk waar de wind ongeveer vandaan komt.
-
Hou de kop van de anemometer in de luchtstroom (let op de richting van de pijl aan de
bovenkant van het apparaat)
-
Wacht 2 sec. totdat de meetwaarde zich stabiliseert.
-
Het volumetrisch debiet is gelijk aan de snelheid vermenigvuldigd met het oppervlak.
3.4 Meting wind / luchtstroom (2/3max luchtstroom)
-
Druk op de 'ON/OFF' toets om het apparaat in te schakelen.
-
Selecteer de anemometer functie door op de VEL/FLOW toets (4) te drukken. Het 'FLOW'
symbool verschijnt op de display.
-
Druk op de 'UNIT' toets (3), om de gewenste meeteenheid (CFM of CMM) te selecteren.
-
Bovenaan het scherm verschijnt de laatst ingestelde sectie. Om een nieuwe in te stellen, op de
'AREA' toets (0) drukken. De vier digits eronder zijn leeg en kunnen worden ingevuld.
-
Druk op de 'OPTION' toets om '2/3VMAX' te selecteren.
-
Kijk waar de wind ongeveer vandaan komt.
-
Hou de kop van de anemometer in de luchtstroom (let op de richting van de pijl aan de
bovenkant van het apparaat)
3.5 Meting wind / luchstroom (Gemiddelde luchtstroom)
-
Druk op de 'ON/OFF' toets om het apparaat in te schakelen
-
Kies de anemometer functie door op de 'VEL/FLOW toets (4) te drukken. Het 'FLOW' symbool
verschijnt op de display.
-
Druk op de 'UNIT'toets (3), om de gewenste meeteenheid (CFM of CMM) in te stellen.
-
Bovenaan het scherm verschijnt de laatst ingestelde sectie. Om een nieuwe in te stellen, op de
'AREA' toets (0) drukken. De vier digits eronder zijn leeg en kunnen worden ingevuld.
-
Druk op de 'OPTION' toets totdat 'AVE' verschijnt.
-
Druk op de 'START' toets om de nummers bovenaan de display te wissen.
-
Kijk waar de wind ongeveer vandaan komt.
GEBRUIKSAANWIJZING PCE-007
5