►
Installatie van de buitenunit
▼ Voorzorgsmaatregelen bij de installatie
De buitenunit mag alleen buiten worden
geïnstalleerd. Als een overdekking nodig is,
moet deze brede openingen hebben op de
4 muren en moeten de minimale installatie-
afstanden worden gerespecteerd.
• Selecteer de locatie van het apparaat na overleg met
de opdrachtgever.
• Kies een zonnige locatie en bij voorkeur beschut
tegen sterke overheersend koude winden (mistral,
tramontana, etc...).
• De unit moet perfect bereikbaar zijn voor de
installatiewerken en de onderhoudswerken achteraf
(fi g. 16 en fi g. 17, pagina
• Zorg ervoor dat de overgang van de verbindingen naar
de hydraulische module mogelijk en eenvoudig is.
• De buitenunit is niet gevoelig voor slecht weer, maar
voorkom het installeren in een positie waar deze kan
worden blootgesteld aan vuil of grote waterstromen
(onder een defecte goot bijvoorbeeld).
■ Buitenunit, model 5, 6 en 8
A
100 mm
B
200 mm
C
250 mm
D
300 mm
E
400 mm
F
500 mm
G
C
H
B
F
fi g. 16 - Minimale installatieruimte rond de buitenunit (model 5, 6 en 8)
Alfea Extensa A.I. R32 / INSTALLATIE / 2112 - NL
18).
G
600 mm
H
1000 mm
J
1500 mm
K
2000 mm
L = 200 mm max
M = 300 mm max
A
G
B
H
A
• In bedrijf kan er water uit de buitenunit sijpelen. Plaats
het apparaat niet op een terras, maar bij voorkeur op
een goed gedraineerd ondergrond (grindbed of zand).
Als de installatie in een gebied wordt uitgevoerd waar
de temperatuur beneden het vriespunt zakt, ervoor
zorgen dat de aanwezigheid van ijs geen gevaar
oplevert. Het is ook mogelijk een afvoerslang aan de
condensaatafvoerbak aan te sluiten (zie
• De luchtcirculatie door de verdamper en aan de
uitgang van de ventilator mag niet belemmerd worden
door hindernissen
• Houd de buitenunit verwijderd van warmtebronnen en
ontvlambare producten.
• Zorg ervoor dat het apparaat de buren of de gebruikers
(geluidsniveau,
temperatuur van de uitgeblazen lucht met het risico op
bevriezing planten in het luchtpad) niet storen.
A
L
G
A
B
H
B
K
E
H
(fi g. 16 en fi g. 17, pagina
opgewekte
luchtstroom,
A
C
L
A
C
M
C
J
C
B
C
H
fi g.
18).
18).
lage
A
G
A
J
B
B
- 17 -