Opmerking:
Als de vlakken van de primaire
koppeling zijn beschadigd, moet u de primaire
koppeling vervangen. Neem contact op met uw
erkende servicedealer.
4.
Controleer de aandrijfriem op ontbrekende of
beschadigde tandwielen
Opmerking:
Als er tandwielen van de
aandrijfriem ontbreken of beschadigd zijn, moet
u de aandrijfriem vervangen.
5.
Meet de riem en noteer de breedte van de riem
(Figuur
63).
Opmerking:
Als de riembreedte 29,5 mm of
minder is, moet u de riem vervangen
6.
Lijn de openingen in het deksel van de
transmissie uit met de openingen in de
bevestigingsplaat
7.
Bevestig het deksel op de bevestigingsplaat
(Figuur
63) met de 9 zeskantbouten met ring
(¼ x 1") die u hebt verwijderd in stap 1. Draai de
bouten vast met 10,2 tot 12,4 N·m.
De koppelingen schoonmaken
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
1.
Verwijder de 9 zeskantbouten met ring (¼ x 1")
waarmee het deksel van de transmissie is
bevestigd aan de bevestigingsplaat van de
transmissie
(Figuur
1. Zeskantbouten met ring
(¼ x 1")
2. Deksel van transmissie
3. Primaire koppeling
2.
Verwijder bij de primaire en secundaire
koppelingen ophopingen van vuil en modder
(Figuur
63).
(Figuur
(Figuur
63).
64).
Figuur 64
4. Bevestigingsplaat
5. Secundaire koppeling
met water, en droog meteen met perslucht om
overtollig water en vuil weg te blazen.
3.
Verwijder resterend vuil met een sneldrogende
contactreiniger of remreiniger.
Opmerking:
en rond bewegende delen.
4.
Als er een ophoping van vuil is rond de riem
of langs de koppelingsas, gebruik dan een
schuursponsje of een soortgelijk product om de
ophoping te verwijderen.
5.
Lijn de openingen in het deksel van de
transmissie uit met de openingen in de
63).
bevestigingsplaat
6.
Bevestig het deksel op de bevestigingsplaat
(Figuur
64) met de 9 zeskantbouten met ring
(¼ x 1") die u hebt verwijderd in stap 1. Draai de
bouten vast met 10,2 tot 12,4 N·m.
g026981
53
Opmerking: Verwijder het vuil in
(Figuur
64).