Onderhoudsinterval
Na de eerste 50 bedrijfsuren
Na de eerste 100
bedrijfsuren
Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 25 bedrijfsuren
Om de 50 bedrijfsuren
Om de 100 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
Om de 400 bedrijfsuren
Om de 800 bedrijfsuren
Om de 1000 bedrijfsuren
Onderhoudsprocedure
• Ververs de motorolie en vervang het filter.
• Controleer de opening van het filter.
• Transmissievloeistofpeil controleren.
• Neem de richtlijnen voor het inrijden van een nieuwe machine in acht.
• Controleer de veiligheidsgordel(s) op slijtage, insnijdingen en andere
beschadigingen. Vervang de veiligheidsgordel(s) als een onderdeel ervan niet naar
behoren functioneert.
• Controleer de bandenspanning.
• Controleer de werking van het veiligheidssysteem.
• Controleer het motoroliepeil. (Controleer het oliepeil voor- en nadat de motor voor
het eerst wordt gestart, en vervolgens dagelijks.)
• Controleer het waarschuwingslampje voor de oliedruk.
• Controleer het koelvloeistofpeil. Controleer het koelvloeistofpeil alleen bij de
reservetank. Verwijder de radiateurdop niet. (Controleer het koelvloeistofpeil
voordat de motor voor het eerst wordt gestart, en vervolgens dagelijks.)
• Verwijder vuil uit het motorgebied en de radiateur. (Reinig deze vaker als de
machine in vuile omstandigheden wordt gebruikt.)
• Remvloeistofpeil controleren. (Controleer het vloeistofpeil voordat de motor voor het
eerst wordt gestart, en vervolgens dagelijks.)
• Controleer het peil van de hydraulische vloeistof. (Controleer het peil van de
hydraulische vloeistof voordat de motor voor het eerst wordt gestart, en vervolgens
dagelijks.)
• Was de machine.
• Verwijder het luchtfilterdeksel en verwijder het vuil.
• Accuvloeistofpeil controleren (elke 30 dagen indien de machine gestald is).
• Controleer de aansluitingen van de accukabels.
• Lagers en lagerbussen smeren (bij zwaar gebruik vaker smeren).
• Het luchtfilter vervangen (vaker in stoffige, vuile omstandigheden).
• Bougies controleren.
• Controleer de conditie van de banden.
• Controleer de rubberhoezen van de homokinetische koppelingen op beschadigingen
en lekkend smeermiddel.
• Ververs de motorolie en vervang het filter.
• Vervang het luchtfilter van de koolstofhouder.
• Draai de moeren van de voor- en achterwielen vast.
• Controleer het vloeistofpeil in het reservoir voor de cilinder van de snelheidsregeling.
• Controleer de afstelling van de parkeerrem.
• Controleer de afstelling van het rempedaal.
• Controleer de bedrijfs- en parkeerremmen.
• Brandstoffilter vervangen.
• Controleer de brandstofleidingen en -verbindingen.
• Controleer de uitlijning van de voorwielen
• Transmissievloeistofpeil controleren.
• Controleer de conditie van de aandrijfriem.
• De koppelingen schoonmaken.
• Controleer of de remschoenen zijn versleten.
• Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt of het reservoir ooit hebt
gevuld met een andere vloeistof, moet u de hydraulische vloeistof verversen en
het filter vervangen.
• Spoel het koelsysteem en ververs de koelvloeistof.
• Remvloeistof verversen.
• Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt, moet u het hydraulische filter
vervangen.
34