6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Meetplaatsnaam
Eenheden
Eenheden (2)
Sondelengte
36
126 wordt ingesteld. Daarmee is de software-adressering uitgescha-
keld; het ingestelde hardware-adres geldt.
Software-adressering
De software-adressering is actief, wanneer met de adreskeuzescha-
kelaar op het instrument het adres 126 of groter is ingesteld.
Hier kunt u een passende meetkringnaam toekennen. Druk op de "
OK"-toets om de bewerking te starten. Met de " +"-toets verandert u
het teken en met de " ->"-toets verspringt u een positie verder.
U kunt namen met maximaal 19 tekens invoeren. De beschikbare
tekens zijn:
•
Hoofdletters van A ... Z
•
Getallen van 0 ... 9
•
Speciale tekens + - / _ spatie
In dit menupunt kiest u de afstandseenheid en de temperatuureen-
heid.
Bij de afstandseenheden kunt u kiezen uit m, mm en ft. Bij de tempe-
ratuureenheden kunt u kiezen uit °C, °F en K.
In dit menupunt kiest u de eenheid voor de Secondary Value (SV2).
Deze kunt u uit afstandseenheden bijv. m, mm en ft kiezen.
In dit menu kunt u de sondelengte invoeren of automatisch door het
sensorsysteem laten bepalen.
Wanneer u bij de keuze " Ja" selecteert, wordt de sondelengte
automatisch bepaald. Wanneer u " Nee" kiest, kunt u de sondelengte
handmatig invoeren.
VEGAFLEX 86 • Profibus PA