1. Achterkant van de machine
2. Bevestigingsbeugel voor opties
3. Vergrendelpen
4. Vergrendelring
5. Klemhendel
6. Klem van veiligheidsvergrendeling
7. Veiligheidsvergrendeling
6.
Steek samen met een tweede persoon de
voorste rand van de dwarstransporteur/zwenkset
omhoog en onder de achterkant van de machine
in de voorste klemmen op de beugels
49).
7.
Ondersteun de dwarstransporteur/zwenkset en
schuif de bevestigingsklem van de achterste
optie terug in de sleuven in de beugels en over
de achterkant
(Figuur
8.
Zorg ervoor dat de dwarstransporteur/zwenkset
is gecentreerd tussen de beugels. Bevestig
vervolgens de vergrendelringen weer over de
vergrendelpennen en druk de klemhendels
omlaag.
Opmerking:
Als de klem te los zit
en de dwarstransporteur/zwenkset kan
schuiven binnen de klemmen, draai dan de
vergrendelringen een paar slagen aan in de
klemmen totdat de dwarstransporteur/zwenkset
goed vast zit.
Belangrijk:
Draai de klemmen niet te vast.
Hierdoor kunnen de randen van de opties
verbuigen.
9.
Plaats de klemmen van de veiligheidsvergren-
deling op de klemhendels
(Figuur
49).
(Figuur
49).
Figuur 49
8. Optie
9. Omhoog brengen
10. Trekken
11. Achterste klemconstructie
12. Ondersteun de optie voordat u de klemmen verwijdert
13. Voorste klembeugels
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat u de
veiligheidsvergrendelingen terug in de
klemmen plaatst, anders kunnen de
klemmen opengaan tijdens bedrijf.
WAARSCHUWING
De opties zijn zwaar. Til de
dwarstransporteur/zwenkset met
twee personen op.
Hydraulische slangen aansluiten
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat het trekvoertuig
is uitgeschakeld voordat u de
hydrauliek gaat aansluiten, zodat de
dwarstransporteur/zwenkset niet onbedoeld
kan inschakelen.
Sluit als volgt de hydraulische slangen aan op de
bedieningsklep voor de optie op de machine
50):
41
g015127
(Figuur