Tips voor het instellen van de belichting
Het gevoel van dynamiek en de hoeveelheid onscherpte op de achtergrond bij
onderwerpen verschilt door de combinatie van sluitertijd en f-getal te veranderen,
zelfs als de belichting hetzelfde is.
Effect van de sluitertijd
De camera kan een snel bewegend onderwerp statisch doen lijken bij een snelle
sluitertijd of de beweging van een bewegend onderwerp markeren bij een langzame
sluitertijd.
Effect van het F-getal
De camera kan het onderwerp, de voorgrond en de achtergrond scherp vastleggen of
de achtergrond van het onderwerp bewust onscherp maken.
Klein f-getal
(groter diafragma)
C
Sluitertijd en F-getal
Het regelbereik van de sluitertijd verschilt, afhankelijk van zoomstand, f-getal of ingestelde
ISO-waarde.
Het f-getal van deze camera kan gewijzigd worden, afhankelijk van de zoomstand.
Als zoomen wordt uitgevoerd nadat de belichting is ingesteld, kunnen
belichtingscombinatie of f-getal worden gewijzigd.
Bij een groot diafragma (laag f-getal) valt er meer licht in de camera, terwijl bij een klein
diafragma (hoog f-getal) minder licht binnenkomt. Het kleinste f-getal staat voor het
grootste diafragma en het grootste f-nummer voor het kleinste diafragma.
Opnamefuncties
Stand A, B, C en D (belichting voor opname instellen)
Sneller
1/1000 s
f/3.4
Langzamer
1/30 s
Groot f-getal
(klein diafragma)
48
f/8