Meetplaatsnaam
Toepassing
Eenheden
VEGADIF 85 • Modbus- en Levelmaster-protocol
6 Sensor met display- en bedieningsmodule in bedrijf stellen
Diagnose: informatie bijv. over instrumentstatus, sleepwijzer, meet-
nauwkeurigheid, simulatie
Uitgebreide instellingen: PIN, datum/tijd, reset, kopieerfunctie
Info: instrumentnaam, hard- en softwareversie, kalibratiedatum,
sensorspecificaties
Opmerking:
Voor een optimale instelling van de meting moeten de afzonderlijke
submenupunten in het hoofdmenupunt "Inbedrijfname" na elkaar
worden gekozen en van de juiste parameters worden voorzien. Houd
deze volgorde zo veel mogelijk aan.
De submenupunten zijn opeenvolgend beschreven.
6.5.1 Inbedrijfname
In het menupunt "Sensor-TAG" bewerkt u een meetplaatsidentificatie
van twaalf tekens.
Daarmee kan aan de sensor een eenduidige naam worden gegeven,
bijv. de meetplaatsnaam of de tank- resp. productnaam. In digitale
systemen en voor de documentatie van grotere installaties moet voor
een nauwkeurige identificatie van de meetplaatsen een eenduidige
naam worden ingevoerd.
De mogelijke tekens zijn:
•
Letters van A ... Z
•
Getallen van 0 ... 9
•
Speciale tekens +, -, /, -
De VEGADIF 85 is toepasbaar voor flow-, drukverschil-, dichtheids-
en scheidingslaagmeting. De fabrieksinstelling is drukverschilmeting.
In dit bedieningsmenu wordt de omschakeling uitgevoerd.
Afhankelijk van uw gekozen toepassing zijn daarom in de volgende
bedieningsstappen verschillende paragrafen van belang. Daar vindt u
de afzonderlijke bedieningsstappen.
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw
instellingen op met [OK] en ga met [ESC] en [->] naar het volgende
menupunt.
Inregeleenheid:
In dit menupunt worden de inregeleenheden van het instrument vast-
gelegd. De betreffende keuze bepaald de weergegeven eenheid in de
menupunten "Min. inregeling (zero)" en "Max. inregeling (span)".
39