D - MONTAGE INSTALLATIE
1 - INSTALLATIEVOORWAARDEN
DE INSTALLATIE MOET WORDEN UITGEVOERD MET INACHTNEMING VAN DE
VEILIGHEIDSNORM 547 -1 -3 TER BESCHERMING VAN DE PERSONEN.
ZIJN VOLDAAN ALVORENS DE MACHINE TE INSTALLEREN
De voedingskabel (die door de klant verzorgd moet worden) moet een doorsnede hebben die voldoet
aan het vermogen van de installatie. De bescherming van de voedingskabel en de installatie zelf vallen
Deze bescherming moet voldoen aan de neutrale capaciteit van de elektrische voeding.
De inlichtingen met betrekking tot de maatvoering van de bescherming staan vermeld op het typeplaatje
De gebruiker moet zorgen voor een bron van perslucht voorzien van een regelaar die de aanbevolen
druk en debiet kan leveren. De lucht moet schoon zijn, olievrij en ontvet.
Klasse vaste vervuilende
stoffen
Klasse water
Klasse olie totaal
D-24
AAN DE VOLGENDE VOORWAARDEN MOET
ELEKTRISCHE VOEDING
zie het meegeleverde plan van de voeding
ZEER BELANGRIJK
onder de verantwoordelijkheid van de klant.
van de installatie.
GAS VOEDING
zie het meegeleverde plan van de voeding
PNEUMATISCHE VOEDING
zie het meegeleverde plan van de voeding
KWALITEITKLASSE : volgens norm ISO 8573-1
Klasse 3
Klasse 3
Klasse 5
Massa concentratie
Granulometrie 5m
5mg/m
Max. dauwpunt onder druk –20
3
Concentratie 25 mg/m
OXYTOME/PLASMATOME HPi
8695 4185 / F
3
0
C