Flowmeting bij Khafa-
gi-venturigoten
VEGAPULS 61 • Vierdraads 4 ... 20 mA/HART
Fig. 18: Flowmeting met Khafagi-venturigoot: h
maximale insnoering van de goot
1
Positie sensor
2
Venturigoot
In principe moet op het volgende worden gelet:
•
Inbouw van de sensor aan de inloopzijde
•
Inbouw midden boven de goot en loodrecht op het vloeistofopper-
vlak
•
Afstand tot venturi-goot
•
Min. afstand sensor t.o.v. max. opstuwhoogte
3 ... 4 x h
max
90°
h
max
1
max.
4 Monteren
2
B
= max. peil in de goot; B =
25