6 Sensor met display- en bedieningsmodule in bedrijf stellen
Linearisatie
AI FB1
AI FB1 - Channel
AI FB1 - schaaleenheid
48
2. Met [OK] de procentuele waarde aanpassen en de cursor met
[->] op de gewenste positie plaatsen.
3. De gewenste procentuele waarde met [+] instellen en met [OK]
opslaan. De cursor verspringt nu naar de hoogtewaarde.
4. Passend bij de procentuele waarde de maximale hoogte van de
scheidingslaag invoeren.
De max. inregeling scheidingslaag is daarmee afgesloten.
Een linearisatie is bij alle metingen nodig, waarbij de gemeten
procesgrootheid niet lineair met de meetwaarde toeneemt. Dat geldt
bijvoorbeeld voor doorstroming gemeten via drukverschil of tankvo-
lumes gemeten via het niveau. Voor deze situaties zijn bijbehorende
linearisatiecurves opgenomen. Deze geven de verhouding tussen de
procentuele meetwaarde en de procesgrootheid aan. De linearisatie
geldt voor de meewaardeweergave en de stroomuitgang.
Opgelet:
Bij toepassing van de betreffende sensor als onderdeel van een over-
vulbeveiliging conform WHG moet op het volgende worden gelet:
Wanneer een linearisatiecurve wordt gekozen, dan is het meetsignaal
niet meer altijd lineair met het niveau. Hiermee moet de gebruiker
rekening houden, in het bijzonder bij de instelling van het schakelpunt
op de grenswaardesignalering.
Omdat de parametrering van het Function Block (FB1) zeer uitgebreid
is, werd deze in afzonderlijke submenupunten onderverdeeld.
In het menupunt "Channel" bepaalt u het ingangssignaal voor de
verdere verwerking in AI FB 1.
Als ingangssignalen kunnen de uitgangswaarden van het Transducer
Block (TB) worden gekozen.
In het menupunt "Schaaleenheid" definieert u de schaalgrootheid en
de schaaleenheid van de uitgangswaarde van FB 1.
VEGADIF 85 • Profibus PA