5 Op het bussysteem aansluiten
30
Fig. 26: Aansluitstappen 5 en 6
1
Eenkamerbehuizing
2
Tweekamerbehuizing
6. Aderuiteinden conform aansluitschema in de klemmen steken
Opmerking:
Massieve aders en soepele aders met adereindhuls worden direct in
de klemopeningen geplaatst. Bij soepele aders zonder eindhuls met
een kleine schroevendraaier boven op de klem drukken, de klemope-
ning wordt vrijgegeven. Door loslaten van de schroevendraaier
worden de klemmen weer gesloten.
7. Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door
licht hieraan te trekken
8. Afscherming op de interne aardklem aansluiten, de externe aard-
klem met de potentiaalvereffening verbinden
9. Wartelmoer van de kabelwartel vast aandraaien. De afdichtring
moet de kabel geheel omsluiten
10. Eventueel aanwezige display- en bedieningsmodule weer plaat-
sen
11. Deksel behuizing vastschroeven
De elektrische aansluiting is zo afgerond.
5.3
Aansluitschema's
5.3.1 Eenkamerbehuizing
De afbeelding hierna geldt voor de niet-Ex-, de Ex-ia- en de Ex-d-uit-
voering.
1
VEGADIF 85 • Profibus PA
2