De aan/uit- pressostaat wordt zodanig ingesteld, dat de brander stopt voordat de
maximaal-pressostaat in werking treedt. De eventueel aanwezige hoog/laag of regel-
pressostaat dient op een stand lager dan de aan/uit-pressostaat te worden ingesteld.
KETELVOEDING
Afhankelijk van capaciteit en andere omstandigheden kan de ketel worden gevoed met
een voedingwaterpomp of vanuit de drinkwaterleiding. Vooraf moet worden onderzocht
of het beschikbare water aan de gestelde eisen voldoet.( zie bijlage 2.)
Indien nodig moet het water een behandeling ondergaan voordat het in de ketel wordt
gevoerd. Deze behandeling hangt af van de kwaliteit van het beschikbare water en dient
door
deskundigen
voedingwaterpomp/magneetklep en voedingstubulure moet een terugslagklep worden
gemonteerd welke het terugvloeien van water uit de ketel uitsluit. Verder moet tussen
deze terugslagklep en de ketel een afsluiter worden gemonteerd, zodat een defecte
terugslagklep zonder aftappen van de ketel kan worden vervangen.
HET OMZETTEN VAN DE KETEL VAN VERWARMING NAAR STOOMPRODUCTIE
WAARSCHUWING:
De productie van stoom gaat gepaard met hoge temperaturen. De bediening moet dan
ook zodanig gebeuren, dat verzekerd is, dat geen gevaarlijke situatie's kunnen ontstaan.
Verricht dan ook alleen die handelingen waarvan U zeker weet dat zij zonder gevaar
gedaan kunnen worden. U dient ten alle tijde eerst kennis te nemen van de juiste
handelingen zoals voorgeschreven in dit boekje en bij twijfel deze handelingen aan een
deskundige over te laten.
Navolgende handelingen dienen uitgevoerd te worden om de ketel over te schakelen op
de produktie van stoom:
1)
Schakel de brander, het verwarmingscircuit en het eventuele shuntsysteem uit.
2)
Sluit de afsluiters van het verwarmings- en eventuele shuntsysteem
3)
Zorg voor een goede beluchting en laat door middel van spuien het waterpeil
van de ketel dalen tot L.T.W. niveau. Dit niveau is d.m.v. een stalen staafje
aangegeven op de peilkolom of bij kleinere ketels op het metalen plaatje achter
het peilglas.
4)
Controleer en overtuig U van de goede werking van:
De veiligheidskleppen, werkend op 0,5 bar
Manometer met controlekraan.
te
worden
bepaald.
In
de
leiding
tussen
9