DE WATERPEILREGELAAR
De waterpeilregelaar dient zodanig te worden gemonteerd, dat regelmatig spuien
mogelijk is. Het alarmcontact van de waterpeilregelaar dient te worden afgesteld op
L.T.W. niveau. Het "pomp aan" contact moet op minimaal 19 mm. boven L.T.W. worden
afgesteld en het "pomp uit" contact daar weer boven, b.v. 13 mm. ( Deze afstanden
gelden voor een M
HET PEILGLASGLASTOESTEL
Het peilglastoestel dient zodanig te worden gemonteerd, dat veilig spuien mogelijk is. Het
peilglastoestel dient voorzien te zijn van een doorzichtige beschermkap, zodat bij breuk
van het peilglas geen heet water door het ketelhuis wordt geslingerd.
Het peilglastoestel wordt zodanig gemonteerd, dat het waterpeil tot op 40 mm. onder
L.T.W. zichtbaar is. Dit niveau wordt het laagst zichtbare waterpeil genoemd. ( zie bijlage
4.)
DE LAAGWATERELEKTRODE
De laagwaterelektrode heeft tot taak het inschakelen van het alarm en het uitschakelen
en vergrendelen van de brander ingeval de waterpeilregelaar op dit punt verstek laat
gaan.
Deze elektrode dient op 30 mm. beneden L.T.W. te worden afgesteld.( zie bijlage 4.)
N.B. Het inwerking treden van deze elektrode kan een van de volgende of combinatie van
volgende oorzaken hebben.
1)
Het "pomp in" en het "brander uit" contact hebben geweigerd
2)
De watertoevoer is geblokkeerd ( pomp defect of afsluiters dicht) en het
"brander uit" contact heeft niet gewerkt.
SPUILEIDINGEN
Vanaf de spuikranen van peilglastoestel, waterpeilregelaar en ketel dient een zodanig
leidingsysteem te worden aangelegd, dat het hete spuiwater geen gevaar oplevert voor
mens, dier of omgeving. Hierbij dient men er zeker van te zijn dat ook het
afvalwaterkanaal en/of riool op hoge temperaturen berekend is.
PRESSOSTATEN EN MANOMETER
Voor het automatisch aan- en uitschakelen van de brander en eventueel voor de
capaciteitsregeling dient de ketel te zijn voorzien van pressostaten.
Deze worden op een verdeelstukje gemonteerd wat via een syphonpijpje met de
stoomruimte van de ketel in verbinding staat.
De manometer moet met een manometer/controlekraan-combinatie op een apart
syphonpijpje worden aangesloten, zodat controle van de manometer altijd mogelijk is.
De maximaal-pressostaat dient zodanig te worden ingesteld, dat de brander stopt en
vergrendeld wordt voordat de veiligheidskleppen zich openen.
Donnel & Miller 150 J regelaar. Zie ook bijlage 4.)
c
8