10 Diagnose en service
Onderhoud
Maatregelen tegen afzet-
tingen
Reiniging
Gedrag bij storingen
Storingsoorzaken
Storingen verhelpen
Gedrag na oplossen
storing
30
10 Diagnose en service
10.1 Onderhoud
Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud
nodig.
Bij veel applicaties kan productafzetting op het antennesysteem het
meetresultaat beïnvloeden. Neem daarom afhankelijk van de sensor
en de toepassing maatregelen, om een sterke vervuiling van het
antennesysteem te voorkomen. Eventueel moet het antennesysteem
met bepaalde tijdsintervallen worden gereinigd.
De reiniging zorgt er tevens voor, dat de typeplaat en de markering op
het instrument zichtbaar zijn.
Let hiervoor op het volgende:
•
Gebruik alleen reinigingsmiddelen, die behuizing, typeplaat en
afdichtingen niet aantasten.
•
Gebruik alleen reinigingsmethoden, die passen bij de bescher-
mingsklasse van het instrument
10.2 Storingen oplossen
Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de installatie,
geschikte maatregelen voor het oplossen van optredende storingen
te nemen.
Het instrument biedt een hoge mate aan functionele betrouwbaar-
heid. Toch kunnen er tijdens bedrijf storingen optreden. Deze kunnen
bijv. worden veroorzaakt door het volgende:
•
Sensor
•
Proces
•
Voedingsspanning
•
Signaalverwerking
De eerste maatregelen zijn:
•
Analyse van foutmeldingen
•
Controle van het uitgangssignaal
•
Behandeling van meetfouten
Aanvullende omvangrijke diagnosemogelijkheden worden geboden
door een smartphone/tablet met de bedienings-app resp. een PC/
laptop met de software PACTware en de bijbehorende DTM. In veel
gevallen kan de oorzaak op deze wijze worden bepaald en kunnen
storingen zo worden opgelost.
Afhankelijk van de oorzaak van de storing en genomen maatrege-
len moeten evtentueel de in hoofdstuk " Inbedrijfname" beschreven
handelingen opnieuw worden genomen resp. op plausibiliteit en
volledigheid worden gecontroleerd.
VEGAPULS 42 • Driedraads met IO-Link (2 x transistor of 4 ... 20 mA plus 1 x transistor)