8 Met PC/notebook in bedrijf nemen (Bluetooth)
Verbinding gemaakt
Instrumentcode veran-
deren
Voorwaarden
24
U vindt de code buiten op de instrumentbehuizing en op het informa-
tieblad " PIN's en codes" in de instrumentverpakking.
Opmerking:
Wanneer een verkeerde code wordt ingevoerd, dan is het opnieuw in-
voeren pas na een bepaalde vertragingstijd mogelijk. Deze tijd wordt
na elke verkeerde invoer verlengd.
De melding " Wacht op authentificatie" wordt op de PC/notebook
weergegeven.
Nadat de verbinding is gemaakt verschijnt de instrument-DTM.
Wanneer de verbinding wordt onderbroken, bijv. bij te grote afstand
tussen instrument en bedieningstool, dan wordt dit overeenkomstig
op het bedieningstool getoond. Wanneer de verbinding weer wordt
hersteld, dan verdwijnt de melding.
Een parametrering van het instrument is alleen mogelijk, wanneer de
beveiliging van de parametrering is uitgeschakeld. Bij uitlevering is de
beveiliging van de parametrering af fabriek uitgeschakeld, maar deze
kan te allen tijde worden ingeschakeld.
Geadviseerd wordt, een persoonlijke 6-cijferige instrumentcode in
te voeren. Ga hiervoor naar het menu " Uitgebreide functies", " toe-
gangsbeveiliging", menupunt " Beveiliging van de parametrering".
8.3
Parametrering
Voor de parametrering van het instrument via een Windows-PC is
de configuratiesoftware PACTware en een passende instrument-
driver (DTM) conform de FDT-standaard nodig. De meest actuele
PACTware-versie en alle beschikbare DTM's zijn in een DTM Collec-
tion opgenomen. Bovendien kunnen de DTM's in andere applicaties
conform FDT-standaard worden opgenomen.
Fig. 15: Voorbeeld van een DTM-aanzicht - inbedrijfname sensorinregeling
VEGAPULS 42 • Driedraads met IO-Link (2 x transistor of 4 ... 20 mA plus 1 x transistor)