Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor VEGAMET 624:
Inhoudsopgave

Advertenties

8 Toepassingsvoorbeelden
Werkingsprincipe
Channel
Meetgrootheid - doorstro-
ming
Inregeling
44
8.4

Flowmeting

Voor de doorstroommeting in open kanalen moet een vernauwing
resp. een genormeerde goot worden gebruikt. Deze vernauwing wor-
den afhankelijk van de doorstroming een bepaalde opstuwing. Uit de
hoogte van deze opstuwing kan nu de doorstroming worden afgeleid.
De doorstroomhoeveelheid wordt via een overeenkomstig aantal
pulsen via de relais- of stroomuitgang uitgestuurd.
Iedere goot veroorzaakt afhankelijk van het type en de uitvoering een
bepaalde opstuwing. De specificaties van de volgende goten zijn in
het instrument voorgeprogrammeerd.
Palmer-Bowlus-Flume
Venturi-goot, trapeziumschot, rechthoekig overstortschot
Driehoekoverstort, V-notch
Inbedrijfname
Voor de configuratie van een doorstroommeting is PACTware met de
bijbehorende DTM nodig. Het voorbeeld is gerelateerd aan een radar-
sensor. De volgende inbedrijfnamestappen moeten worden genomen:
Keuze van de meetgrootheid doorstroming
Inregeling uitvoeren
Goot (linearisatie) kiezen
Schaalverdeling instellen
Pulsuitgangen parametreren
Kies in het DTM-venster "Meeteenheid" de optie "Doorstroming" met
de gewenste inregeleenheid.
Min. inregeling: Voer de passende waarde voor 0% in, d.w.z. de
afstand van de sensor tot aan het medium, zolang er geen doorstro-
ming is. In het navolgende voorbeeld is dit 1,40 m.
Max. inregeling: Voer de passende waarde voor 100 % in, d.w.z. de
afstand van de sensor tot het medium, bij de maximale doorstroming.
In het navolgende voorbeeld is dit 0,80 m.
Fig. 14: Inregeling doorstroommeting met driehoekig overstortschot
100%
0,80m (d)
=
3
0%
1,40m (d)
0m
/h
=
=
VEGAMET 624 • 4 ... 20 mA/HART
3
400m
/h
=

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave