ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4
4.10.3 Modulaire ingangen/uitgangen en bussystemen
VOORZICHTIG!
Neem de aansluitpolariteit in acht.
•
Configureer de uitgangen bij klem C en D voordat u ze aansluit.
•
INFORMATIE!
Voor verdere informatie zie Beschrijving van de ingangen en uitgangen op blz. 30
•
De elektrische aansluiting van de bussystemen wordt beschreven in de aanvullende
•
instructies voor het respectievelijke bussysteem.
Stroomuitgang actief (alleen stroomuitgangsklemmen C/C- hebben HART
mogelijkheid), modulaire I/O's
• U
int, nom
• I ≤ 22 mA
≤ 1 kΩ
• R
L
• X geeft de aansluitklemmen A, B of C aan, afhankelijk van de versie van de signaalomvormer.
Figuur 4-6: Stroomuitgang actief I
Stroomuitgang passief (alleen stroomuitgangsklemmen C/C- hebben HART
mogelijkheid), modulaire I/O's
≤ 30 VDC
• U
ext
• I ≤ 22 mA
≥ 1,8 V
• U
0
≤ (U
• R
L
• X geeft de aansluitklemmen A, B of C aan, afhankelijk van de versie van de signaalomvormer.
Figuur 4-7: Stroomuitgang passief I
38
= 24 VDC
a
- U
) / I
ext
0
max
p
www.krohne.com
MFC 400
.
®
-
®
-
10/2016 - 4005498001 - MA MFC 400 R04 nl