3.3 Operationele risico's
WAARSCHUWINGEN
• Raadpleeg alle machinehandleidingen en plaatselijke verordeningen en voorschriften
voor veiligheidsinformatie.
• De geleverde apparatuur wordt blootgesteld aan hoge inspuitdruk en hoge
temperaturen. Zorg ervoor dat uiterste voorzichtigheid in acht wordt genomen bij de
bediening en het onderhoud van de spuitgietmachines.
• Alleen volledig opgeleid personeel mag de apparatuur bedienen of onderhouden.
• Bedien de apparatuur niet met loshangend lang haar, losse kleding of sieraden,
inclusief naamplaatjes, stropdassen, enz. Deze kunnen in de apparatuur verstrikt raken
en ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
• Schakel nooit een veiligheidsvoorziening uit of omzeil deze nooit.
• Zorg ervoor dat de afschermingen rond de spuitmond zijn geplaatst om te voorkomen
dat het materiaal gaat spatten of druppen.
• Er bestaat brandgevaar door materiaal tijdens het routinematig doorspuiten. Draag
hittebestendige persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) om brandwonden door
contact met hete oppervlakken of spatten van heet materiaal en gassen te voorkomen.
• Materiaal dat uit de machine wordt gespoten, kan extreem heet zijn. Zorg ervoor dat er
afschermingen rond de spuitmond zijn aangebracht om te voorkomen dat er materiaal
opspat. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen.
• Alle bedieners moeten persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals gelaatsschermen
en hittebestendige handschoenen, dragen bij het werken rond de vulopening, het
doorspuiten van de machine of het reinigen van de poorten van de matrijs.
• Verwijder doorgespoten materiaal onmiddellijk uit de machine.
• Ontbindend of brandend materiaal kan leiden tot de uitstoot van schadelijke gassen uit
het doorgespoten materiaal, de vulopening of de matrijs.
• Zorg voor goede ventilatie- en afzuigsystemen om het inademen van schadelijke
gassen en dampen te helpen voorkomen.
• Raadpleeg de veiligheidsinformatiebladen (MSDS) van de fabrikant.
• De slangen die op de matrijs zijn gemonteerd, bevatten vloeistoffen met een hoge
of lage temperatuur of lucht onder hoge druk. De bediener moet deze systemen
uitschakelen en vergrendelen en alle druk wegnemen voordat hij werkzaamheden
met deze slangen uitvoert. Inspecteer en vervang alle flexibele slangen en
bevestigingsmiddelen regelmatig.
• Water en/of hydraulica op de matrijs kunnen zich in de nabijheid van elektrische
aansluitingen en apparatuur bevinden. Waterlekkage kan elektrische kortsluiting
veroorzaken. Lekkage van hydraulische vloeistof kan brandgevaar veroorzaken. Houd
water- en/of hydraulische slangen en koppelingen altijd in goede conditie om lekkage te
voorkomen.
• Voer nooit werkzaamheden uit aan de matrijsmachine tenzij de hydraulische pomp is
gestopt.
• Controleer regelmatig op mogelijke olie-/waterlekkage. Stop de machine en voer
reparaties uit.
© 2022 Mold-Masters (2007) Limited. All Rights Reserved.
VEILIGHEID
3-5
E-Multi User Manual