Hoofdstuk 15 - Euromap 67
15.1 Werkingssfeer en toepassing
Deze EUROMAP 67-aanbeveling definieert de verbinding tussen de spuitgietmachine en het
handling-apparaat/de robot. Dit is bedoeld om de onderlinge uitwisselbaarheid te garanderen.
Bovendien worden aanbevelingen gegeven voor signaalspannings- en stroomniveaus.
Er zij op gewezen dat de risicobeoordeling voor de bewegingen van het handling-apparaat/de robot
meestal redundantie vereist, die wordt bereikt door twee kanalen op ZA3, ZC3 en ZA4, ZC4 op de
spuitgietmachine. EUROMAP 12 wordt derhalve alleen toegepast voor vervangingsdoeleinden op
bestaande apparatuur.
15.2 Beschrijving
De signalen in zowel de spuitgietmachine als het handling-apparaat/de robot worden gegeven door
contacten, bijv. contacten van relais of schakelaars, halfgeleiders, enz. De contactvorming is ofwel
potentiaalvrij ofwel gerelateerd aan een referentiepotentiaal die wordt geleverd aan een contact
van de stekker die op de spuitgietmachine of het handling-apparaat/de robot is gemonteerd. Alle
signalen die niet optioneel zijn, moeten worden ondersteund door alle spuitgietmachines en handling-
apparatuur/robots.
15.3 Stekkers en aansluitingen
De verbinding tussen de spuitgietmachine en het handling-apparaat/de robot wordt tot stand gebracht
door de hieronder gespecificeerde stekkers. Voor de spuitgietmachine en het handling-apparaat/de
robot moeten de stekkercontacten minimaal 250 V en 10 A aankunnen.
Signalen van de spuitgietmachine naar het handling-apparaat/de robot
Contactnr.
Benaming van signaal
(mannelijk)
ZA1
Noodstop van de machine
ZC1
kanaal 1
ZA2
Noodstop van de machine
ZC2
kanaal 2
ZA3
Veiligheidsvoorzieningen van
ZC3
de machine
kanaal 1
© 2022 Mold-Masters (2007) Limited. All Rights Reserved.
EUROMAP 67
Tabel 15-1 Stekker op de spuitgietmachine
Beschrijving
Het schakelcontact moet geopend zijn wanneer de
noodstopinrichting van de spuitgietmachine in werking wordt
gesteld. Het openen van het schakelcontact veroorzaakt een
noodstop van het handling-apparaat/de robot.
Het schakelcontact moet geopend zijn wanneer de
noodstopinrichting van de spuitgietmachine in werking wordt
gesteld. Het openen van het schakelcontact veroorzaakt een
noodstop van het handling-apparaat/de robot.
Het schakelcontact wordt gesloten wanneer
veiligheidsvoorzieningen (bijv. afschermingen,
voetplaatbeveiliging, enz.) op de spuitgietmachine in werking
zijn, zodat gevaarlijke bewegingen van het apparaat/de
robot mogelijk zijn. Het signaal is actief in de bedrijfsmodus.
Het signaal moet het resultaat zijn van een contactreeks
van eindschakelaars van veiligheidsvoorzieningen voor
matrijsgebieden overeenkomstig EN 201.
15-1
E-Multi User Manual