3.16.1 Voorbereiding ..................3-23 3.17 De E-Multi-injectie-eenheid optillen ..............3-25 3.17.1 Vóór het optillen van de E-Multi-injectie-eenheid ........3-25 3.18 Verbindingen voor het optillen van de EM1 / EM2 / EM3 .......3-27 3.18.1 Verbindingen voor verticaal optillen van de EM1 / EM2 / EM3 ....3-27 3.18.2 Verbindingen voor horizontaal optillen van de EM1 / EM2 / EM3 ..3-28...
Pagina 3
Hoofdstuk 5 - Installatie ...........5-1 5.1 Inleiding ......................5-1 5.2 De controller aansluiten op de E-Multi ..............5-3 5.3 Een robot aansluiten op de controller ..............5-3 5.4 De controller aansluiten op de spuitgietmachine ..........5-4 5.5 Een draagbare HMI aansluiten (optioneel) ............5-5 5.6 Diagnosecomputer aansluiten (optioneel) ............5-5 Hoofdstuk 6 - Bediening ..........6-1...
Pagina 4
7.20.1 Menuknoppen onderaan ................7-59 7.21 Hoofdscherm voor instellingen ...............7-60 7.22 Scherm voor systeeminstellingen ..............7-62 7.22.1 Menuknoppen onderaan ................7-64 7.23 Scherm voor de E-Multi Radial/Servo-slede ...........7-65 7.24 Scherm voor automatisch doorspuiten ............7-67 7.25 Scherm van het info-logboek ................7-69 7.26 Programmeerbare I/O ..................7-71 7.26.1 I/O-monitorscherm .................7-73...
1.1 Beoogd gebruik De E-Multi-controller is een elektrisch schakelapparaat dat is ontworpen voor gebruik met de extra E-Multi-injectie-eenheid (AIU). Hij is ontworpen om veilig te zijn tijdens normaal gebruik. Elk ander gebruik valt buiten de technische bedoeling van deze machine, wat een veiligheidsrisico kan inhouden en waardoor alle garanties vervallen.
VEILIGHEID 3-12 3.7 Geaarde aardaansluitingen Op de volgende plaatsen op de E-Multi-controller zijn geaarde aardaansluitingen te vinden: Geaarde aardbedrading Geaarde aardbedrading 3.8 Afvalverwijdering WAARSCHUWING Milacron Mold-Masters wijst elke verantwoordelijkheid af voor persoonlijk letsel of persoonlijke schade als gevolg van hergebruik van de afzonderlijke onderdelen, indien deze onderdelen worden gebruikt voor andere dan de oorspronkelijke en beoogde, juiste doeleinden.
VEILIGHEID 3-13 3.9 Veiligheidsrisico's van de E-Multi-controller Zie ook “Afbeelding 3-2 Veiligheidsrisico’s van de E-Multi-controller” on page 3-14. WAARSCHUWING - GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN Het is van cruciaal belang deze waarschuwingen in acht te nemen om elk persoonlijk gevaar tot een minimum te beperken.
VEILIGHEID 3-14 Veiligheidsrisico's van de E-Multi-controller - vervolg 3.9.2 Duw-/kantelkrachten van de kast Tabel 3-4 Duw-/kantelkrachten van de kast Kast EM1 / EM2 / EM3 Kast EM4 Kracht nodig om kast op wieltjes te 6 kilogramkracht (13 lbs) 16 kilogramkracht (35 lbs)
Zorg voor goede afscherming als onderdeel van de integratie. Bij de montage van de E-Multi-injectie-eenheid op een matrijs bestaat er gevaar voor pletten tussen de adapterplaat en het montageoppervlak van de matrijs.
VEILIGHEID 3-17 Veiligheidsrisico's van de E-Multi-injectie-eenheid - vervolg Tabel 3-5 Details over veiligheidsrisico's van de E-Multi-injectie-eenheid Type gevaar Potentiële gevaren Contact van Verwarmingselementen, servomotoren en elektrische onderdelen in personen met de controller kunnen in contact komen met een persoon. Verwijder hoogspanning afdekkingen niet wanneer ze onder spanning staan.
VEILIGHEID 3-18 3.12 Veiligheidssymbolen op de E-Multi-injectie-eenheid Tabel 3-6 Veiligheidssymbolen op de E-Multi-injectie-eenheid Symbool Algemene beschrijving Algemeen – waarschuwing Geeft een onmiddellijk of mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt vermeden, zou kunnen lijden tot ernstig of dodelijk letsel en/of tot schade aan de apparatuur.
VEILIGHEID 3-19 3.13 Afschermingen van de E-Multi-injectie- eenheid WAARSCHUWING Afschermingen mogen niet worden verwijderd tenzij onderhoud nodig is en ze moeten worden teruggeplaatst nadat het onderhoud is voltooid. Laat de machine niet draaien met verwijderde afschermingen. LET OP CAUTION Controleer bij het installeren van de machineafschermingen (afdekkingen...
De getoonde afmetingen en gewichten gelden voor verpakte houten kisten met apparaten met standaard-opties. Bij extra opties kan het gewicht toenemen of kunnen er meer kisten nodig zijn. Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Tabel 3-7 Verzendafmetingen en -gewicht van de E-Multi-injectie-eenheid Model Lengte mm Breedte mm...
VEILIGHEID 3-21 3.15 De E-Multi-controller uitpakken 1. Identificeer de juiste kant van de kist om deze te openen. Deze kant is aangegeven met de zin "FRAGILE OPEN THIS SIDE" (BREEKBAAR OPEN DEZE KANT). Zie Afbeelding 3-5. Afbeelding 3-5 Juiste kant van de kist om te openen 2.
VEILIGHEID 3-22 De E-Multi-controller uitpakken - vervolg 4. Verwijder de schroeven van de dwarsbalk aan de kant van de kist waarop "FRAGILE OPEN THIS SIDE" (BREEKBAAR OPEN DEZE KANT) staat. Zie Afbeelding 3-7. Verwijder de schroeven van de dwarsbalk Afbeelding 3-7 Verwijder de schroeven van de dwarsbalk 5.
5. Verwijder alle kabels die niet aan de controller zijn bevestigd uit de kist en berg ze op een veilige plaats op, weg van het heftraject. De E-Multi-controller wordt geleverd met vier oogbouten met tapeinden en vier sluitringen. Deze onderdelen zijn bevestigd aan de toetsen aan de achterkant van de controller.
2 stroppen van 1220 mm (48”) 2 harpsluitingen van 25 mm (1 in.) 2 stroppen van 1830 mm (72”) 3.17.1 Vóór het optillen van de E-Multi-injectie-eenheid 1. Kies hefapparatuur die berekend is op de voorgeschreven belasting. Zie label op de apparatuur.
De standaarden zijn bedoeld om E-Multi-injectie-eenheden op de machine te ondersteunen wanneer deze in horizontale positie worden gebruikt. Ze zijn niet bestemd voor het vervoer van de E-Multi-injectie-eenheid en zouden topzwaar zijn en kantelgevaar opleveren. De E-Multi-injectie- eenheid en de standaard moeten samen met een kraan worden verplaatst met behulp van de juiste hefpunten voor de E-Multi-injectie-eenheid.
OVERZICHT 4.3 Kabelhouders De E-Multi-controller wordt geleverd met kabelhouders. Zie Afbeelding 4-4. Kabelhouders Afbeelding 4-4 Kabelhouders Ze kunnen aan de achterkant van de kast worden bevestigd om als kabelopbergruimte te dienen. Zie Afbeelding 4-5. Kabelhouders worden bevestigd aan de achterkant...
De voeding van de E-Multi-controller moet voorzien zijn van een gezekerde scheidingsschakelaar of hoofdstroomonderbreker overeenkomstig de plaatselijke veiligheidsvoorschriften. Raadpleeg het typeplaatje op de kast van de controller voor bevestiging van de voedingsvereisten.
INSTALLATIE 5.2 De controller aansluiten op de E-Multi Er zijn 3 sets kabels die de controller met de E-Multi verbinden: 1. Servo-voedingskabels 2. Servo-feedbackkabels 3. Verwarmings-, I/O- en IMM-kabels Afbeelding 5-1 Geleiding van de servokabels van de EM3 Bij het installeren van de kabels moet de juiste volgorde worden aangehouden.
INSTALLATIE 5.4 De controller aansluiten op de spuitgietmachine E-Multi-apparaten zijn compatibel met zowel E67- als SPI-spuitgietmachines. Alle apparaten worden geleverd met een E67-kabel voor spuitgietmachines (IMM). De kabel wordt verbonden met de E67-aansluiting voor spuitgietmachines op de controller. Bij gebruik met een E67-spuitgietmachine sluit u de kabel rechtstreeks aan op de E67-aansluiting van de spuitgietmachine.
5.5 Een draagbare HMI aansluiten (optioneel) E-Multi-apparaten zijn verkrijgbaar met optionele draagbare Human Machine Interface (HMI)-units om de E-Multi te kunnen bedienen wanneer toegang tot de controller niet goed mogelijk is. De draagbare HMI wordt aangesloten op de connector voor de DRAAGBARE HMI op de controller.
6.1 Inleiding Voordat de E-Multi kan worden gebruikt, moet de controller worden ingesteld. Zie hoofdstuk 9 voor details over het instellen van parameters zoals: •...
Zodra de servomotoren zijn ingeschakeld, gaat de LED links boven de knop branden. Afbeelding 6-2 Knoppenlijst onder het display van de controller (HMI) De E-Multi-controller kan worden gebruikt in de modi Handmatig, Instellen en Auto/Gereed. 6.4 Uitschakelen...
Handmatig/Instellen te Opmerking: Als de verwarmingstemperatuur zetten en op deze knop te drukken. buiten de vooraf ingestelde grenzen komt, zal de E-Multi niet werken en zal er een fout worden weergegeven. F9 Huidige alarmen bevestigen/ F10 Servomotoren inschakelen resetten...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7.3 Touchscreeninterface van de E-Multi De E-Multi is een complexe controller, maar het hoofdscherm is zodanig ingedeeld dat de navigatie wordt vereenvoudigd en de parameters worden weergegeven die het nuttigst zijn om te monitoren. De belangrijkste onderdelen van het scherm zijn hieronder afgebeeld.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7.3.1 Balk bovenaan - statusweergave De statusweergave bevindt zich bovenaan het scherm en wordt altijd getoond. De statusweergave bestaat uit 5 vakjes met informatie: Tabel 7-2 Balk bovenaan - statusweergave Afdrukopdracht Handig voor het maken van een schermafbeelding...
Deze pictogrammen worden boven de zijbalk weergegeven terwijl de E-Multi actief is. Deze pictogrammen geven de gebruiker waardevolle informatie over de huidige status van de E-Multi. Als het pictogram groen is, is hij actief. Als het pictogram grijs is, is hij Pictogrammen inactief.
Scherm voor decompressie-instellingen Dit scherm wordt gebruikt om de instellingen voor de decompressie- of plasticeerfase van de inspuitcyclus van de E-Multi aan te passen. Scherm voor instelling van de cilindertemperatuur Dit scherm wordt gebruikt om de instellingen voor de cilinderverwarming van de E-Multi aan te passen.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7.3.5 Afdrukfuncties Alvorens in te gaan op de schermbeschrijvingen is het handig te weten hoe schermen kunnen worden vastgelegd of afgedrukt. Dit wordt vaak door productiepersoneel gebruikt voor het afdrukken van productie-informatie en -instellingen of voor communicatie met onderhoudspersoneel.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7.4 Schermbeschrijvingen In deze gebruikershandleiding worden de schermbeschrijvingen gepresenteerd in de volgorde van de navigatieknoppen onderaan het scherm. Sommige schermen vereisten een beschrijving van vele nevenschermen, die met een pijl (→) onder het bovenliggende scherm zijn aangegeven. Veel schermen zijn ook toegankelijk via de contextknoppen aan de rechterkant van een scherm.
Pagina 60
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-10 Overzichtsscherm - vervolg Tabel 7-7 Onderdelen van het overzichtsscherm Schermonderdelen Beschrijving Huidige productiewaarden van de E-Multi bovenaan het scherm geven het bedienend personeel een overzicht van de productiegegevens: Prod. counter Het huidige aantal inspuitingen (Prod.teller) (inspuitingen-teller) wordt getoond in het veld Actual (Werkelijk).
Pagina 61
Markeringen links en rechts van de analoge balk geven aan wanneer de eindpositie is bereikt. Live E-Multi Barrel Housing Temperature (Huidige temperatuur van de cilinderbehuizing van de E-Multi) Dit gedeelte toont de actuele en de gewenste waarden voor de temperatuur van de behuizing.
Pagina 62
Zie “Scherm voor matrijsgegevens” on page 7-91 Euromap 67 Hiermee gaat u naar het scherm voor Euromap 67 waarmee de gebruiker de communicatie tussen de E-Multi en de spuitgietmachine kan monitoren. Zie “Scherm voor Euromap E67” on page 7-93. Referentie-instellingen...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-13 7.6 Scherm voor inspuitinstellingen Dit scherm wordt gebruikt om de instellingen van de schroefbeweging tijdens het inspuiten aan te passen. Het wordt ook gebruikt om het omschakelpunt in te stellen waarop het systeem overschakelt van inspuiting naar nadruk.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-14 Scherm voor inspuitinstellingen - vervolg Tabel 7-9 Onderdelen van het scherm voor inspuitinstellingen Schermonderdelen Beschrijving Invoergrafiek voor Pressure (Druk) en Velocity (Snelheid) Als alternatief worden de waarden voor druk (groenblauw) en snelheid (grijs) weergegeven in de vorm van profielgrafieken en kunnen de waarden worden aangepast met de pijltjestoetsen naast de profielgrafieken.
Pagina 65
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-15 Scherm voor inspuitinstellingen - vervolg Tabel 7-9 Onderdelen van het scherm voor inspuitinstellingen Schermonderdelen Beschrijving Max. inject time (Max. inspuittijd): Het linkerveld toont de inspuittijd van de huidige cyclus. In het rechterveld kan de maximale inspuittijd (zonder vertragingstijd) worden ingesteld.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-16 7.7 Scherm voor nadrukinstellingen LET OP CAUTION De tegendruk van de decompressie mag nooit lager worden ingesteld dan de stationaire druk (voordruk). Dit scherm wordt gebruikt voor het aanpassen van de nadrukinstellingen. Afbeelding 7-5 Scherm voor nadrukinstellingen...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-17 Scherm voor nadrukinstellingen - vervolg Tabel 7-11 Onderdelen van het scherm voor nadrukinstellingen Schermonderdelen Beschrijving Invoervelden voor Pressure (Druk) en Velocity (Snelheid) Deze instellingen kunnen worden aangepast door waarden rechtstreeks in deze velden in te voeren.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-18 7.8 Scherm voor decompressie-instellingen LET OP CAUTION De tegendruk van de decompressie mag nooit lager worden ingesteld dan de stationaire druk (voordruk). Dit scherm wordt gebruikt om de instellingen voor tegendruk en doseerschroefsnelheid aan te passen tijdens het decompressiegedeelte van de inspuitcyclus.
Pagina 69
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-19 Scherm voor decompressie-instellingen - vervolg Tabel 7-13 Onderdelen van het scherm voor decompressie-instellingen Schermonderdelen Beschrijving Invoervelden voor Backpressure (Tegendruk) en Charge (Belasting) Deze instellingen kunnen worden aangepast door waarden rechtstreeks in deze velden in te voeren.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-20 Scherm voor decompressie-instellingen - vervolg Tabel 7-13 Onderdelen van het scherm voor decompressie-instellingen Schermonderdelen Beschrijving Vibration Unit (Trilapparaat) Op de trechter of de aanvoerbuis kan een optionele trilmotor worden aangesloten. Trillingen kunnen worden gebruikt om de materiaalstroom naar het invoerblok te bevorderen.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-21 7.9 Temperatuurinstellingen voor de cilinder - oudere controllers* Dit scherm wordt gebruikt om de temperatuurinstellingen voor de verwarmingszones van de cilinder aan te passen. *OPMERKING Deze schermen waren vóór 2015 alleen op bepaalde systemen beschikbaar.
Pagina 72
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-22 Temperatuurinstellingen voor de cilinder - oudere controllers* - vervolg Tabel 7-15 Onderdelen van het scherm voor instelling van de cilindertemperatuur bij oudere systemen Schermonderdeel Beschrijving Auto Heating (Automatische verwarming) De cilinderverwarming kan met deze functie automatisch worden ingeschakeld.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-23 7.10 Temperatuurinstellingen voor de cilinder - Mold- Masters-scherm Dit scherm wordt gebruikt om de temperatuurinstellingen voor de verwarmingszones van de cilinder aan te passen. Afbeelding 7-8 Mold-Masters-scherm voor instelling van de cilindertemperatuur E-Multi Controller User Manual...
Pagina 74
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-24 Temperatuurinstellingen voor de cilinder - Mold-Masters-scherm - vervolg Tabel 7-17 Onderdelen van het Mold-Masters-scherm voor de cilindertemperatuur Schermonderdeel Beschrijving Zonestatus - visuele weergave Wordt gebruikt met de statusweergave van de balk bovenaan voor informatie over de huidige toestand.
Pagina 75
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-25 Temperatuurinstellingen voor de cilinder - Mold-Masters-scherm - vervolg Tabel 7-17 Onderdelen van het Mold-Masters-scherm voor de cilindertemperatuur Schermonderdeel Beschrijving Auto Heating (Automatische verwarming) De cilinderverwarming kan met deze functie automatisch worden ingeschakeld. Vink het vakje naast de dag aan om de automatische verwarming voor die dag in te schakelen.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-26 7.11 Geïntegreerde hotrunnertemperatuurregeling (optie) Linkerbalk - Scrollknoppen temperatuurregelknoppen Om door de rijen en van de hotrunner kolommen van de zones te scrollen Instellingen op supervisor- niveau Instelscherm voor de hotrunnerregeling Configuratiescherm voor de hotrunnerregeling Afbeelding 7-9 Overzichtsscherm van de geïntegreerde...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-27 7.11.1 Monitorscherm WAARSCHUWING Als u [Stop] selecteert, wordt de spanning niet van de verwarming gehaald. Door [Stop] te kiezen worden alle doeltemperaturen op nul gezet. Probeer GEEN zekeringen te vervangen of apparaten los te koppelen terwijl u in deze modus bent.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-28 Monitorscherm - vervolg Tabel 7-19 Bedieningsknoppen voor het monitorscherm [Standby] Deze modus wordt gebruikt wanneer de spuitgietcyclus voor korte tijd wordt gestopt. Stand-by blijft actief tot de start-knop wordt ingedrukt. [Boost] In deze modus kunt u de temperatuur van de geselecteerde zones tijdelijk gedurende een bepaalde periode verhogen.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-29 Referentiewaarden voor verwarmingszones aanpassen Selecteer de gewenste zone(s): a) Om een enkele zone te selecteren, tikt u op het paneel van de gewenste verwarmingszone. b) Om een groep zones te selecteren: Tik op het paneel van de eerste zone.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-30 Andere toetsen op het toetsenbord [Del] - Wissen: verwijdert het laatst ingetypte nummer. [Esc] - Sluit het toetsenbord en voert de waarde niet in de controller in. [Off] - Schakelt de geselecteerde zone uit. Zones tot slave maken Deze modus kan worden gebruikt als een thermische sensor is uitgevallen.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-31 7.11.2 Instelscherm (supervisor-niveau) Het instelscherm wordt gebruikt om verwarmingszoneparameters in te stellen en enkele algemene parameters te configureren. OPMERKING Het instelscherm is alleen toegankelijk met supervisor-rechten of hoger. Gebruik de schuifbalken om informatie te zien voor alle kaarten in de controller. Hetzelfde raster dat deze informatie weergeeft, wordt ook gebruikt om de verwarmingszoneparameters in te stellen.
Pagina 82
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-32 Referentiewaarden voor verwarmingszones aanpassen De verwarmingszoneparameters zijn toegankelijk via het raster van het instelscherm. 1. Selecteer de rij(en) van de gewenste zone(s): a) Om een rij van een enkele zone te selecteren, tikt u op de rij van de gewenste verwarmingszone.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-33 Verwarmingszones detecteren en zonetypes configureren De console kan een automatische zonedetectieroutine uitvoeren om de beschikbare zones op de controllerkaarten te detecteren. Dit moet worden gedaan tijdens de eerste installatie van de controller of als een kaart wordt verwisseld.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-34 Verwarmingszones detecteren en zonetypes configureren - vervolg b) Tik op de laatste zone van hetzelfde type. c) Tik op Groep. d) Tik op Instellen. Het venster voor het configureren van verwarmingszones wordt geopend: 4. Selecteer het zonetype: •...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-35 7.11.3 Configuratiescherm (supervisor-niveau) Het configuratiescherm voor de geïntegreerde hotrunnerregeling wordt gebruikt om de instellingen van de vergrendelingen met de spuitgietmachine te wijzigen. Deze vergrendelingssignalen zijn niet noodzakelijk voor de werking, maar worden geleverd voor gebruik door de klant, indien nodig.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-36 Configuratiescherm (supervisor-niveau) - vervolg Tabel 7-21 Onderdelen van het hulpprogrammascherm Schermonderdelen Beschrijving Interlock Settings - Out to Molding Machine (Vergrendelingsinstellingen - uitgaand naar spuitgietmachine) Door deze vergrendeling in te schakelen wordt een signaal naar de spuitgietmachine gestuurd wanneer de controller gereed is (d.w.z.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-37 7.12 Geïntegreerde E-Drive-besturing (optie) Linkerbalk - E-Drive-bedieningsknoppen E-Drive-contextknoppen Bevat toegang tot overzichts- en instelschermen voor elke E-Drive-plaat. Afbeelding 7-13 Onderdelen van het E-Drive-bedieningsscherm Balk onderaan - navigatie- en systeemknoppen voor het E-Multi- scherm Zie “Balk onderaan - schermnavigatieknoppen”...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-38 7.12.1 E-Drive-bedieningsknoppen Aan de linkerrand van elk scherm bevindt zich de E-Drive-knoppenbalk. Om functies te bedienen, tikt u met uw vingers of een stompe aanwijzer op de knop. Tabel 7-22 E-Drive-bedieningsknoppen Knop Beschrijving Auto - vereist voor automatische cyclusbepaling van de E-Drive-controller op basis van externe triggers.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-39 7.13 Overzichtsscherm Dit scherm geeft een overzicht van de werking van de geïntegreerde E-Drive. Indien er meer dan één E-Drive-plaat in gebruik is, zijn er rechts extra contextmenuknoppen toegankelijk. Wanneer echter de master-modus wordt gebruikt, zullen de tot slave gemaakte platen rechts niet toegankelijk zijn, alleen de master-platen.
Voordat de E-Drive in werking wordt gesteld, moet eerst de positie van de pennen worden bepaald. 1. De E-Multi moet in de instelmodus staan en de E-Drive-servo moet ingeschakeld zijn. 2. Druk op de knop [Home] om de automatische referentiecyclus te starten, die hieronder wordt beschreven.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-41 7.14 Instellingenscherm (supervisor-niveau) Dit scherm geeft een overzicht van de werking van de geïntegreerde E-Drive. Indien er meer dan één E-Drive-plaat in gebruik is, zijn er rechts extra contextmenuknoppen toegankelijk. Wanneer echter de master-modus wordt gebruikt, zullen de tot slave gemaakte platen rechts niet toegankelijk zijn, alleen de master-platen.
Pagina 92
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-42 Instellingenscherm (supervisor-niveau) - vervolg Tabel 7-25 Onderdelen van het E-Drive-instellingenscherm Schermonderdelen Beschrijving Manual Settings Limits (Grenzen voor handmatige instelling) Stelt de maximumgrenzen in die beschikbaar zijn voor aanpassing in de modus Handmatig. Home to Closed Position Only (Alleen terug naar...
Close Trigger (Trigger voor sluiten) Opties uit het vervolgkeuzemenu: After E-Multi Hold (Na nadruk E-Multi) After E-Multi Decompression (Na decompressie E-Multi) After E-Multi Plasticize (Na plasticeren E-Multi)
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-45 7.16 Scherm voor instelling van de afsluitspuitmond Het scherm voor instelling van de afsluitspuitmond wordt gebruikt om een optionele afsluitspuitmond te configureren: Tabel 7-27 Onderdelen van het scherm voor instelling van de afsluitspuitmond Schermonderdeel Beschrijving...
Pagina 96
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-46 Tabel 7-27 Onderdelen van het scherm voor instelling van de afsluitspuitmond Schermonderdeel Beschrijving Shut Off Nozzle Open (Afsluitspuitmond openen) Selecteert de trigger voor het openen van de afsluitspuitmond. Mold Close (Matrijs sluiten) - De afsluitspuitmond gaat open wanneer het signaal Matrijs sluiten (A6) van de spuitgietmachine aangaat.
Pagina 97
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-47 Tabel 7-27 Onderdelen van het scherm voor instelling van de afsluitspuitmond Schermonderdeel Beschrijving Handbediening Door op de knoppen Open (Openen) of Close (Sluiten) te tikken wordt de afsluitspuitmond geopend of gesloten als aan de bewegingsvoorwaarden is voldaan.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-48 7.17 Scherm voor instelling van de afsluitspuitmond - Kortec De volgende schermen worden gebruikt om de afsluitspuitmond te configureren op Kortec co- injectiesystemen. Afbeelding 7-17 Configuratie van de Kortec afsluitspuitmond met sensoren Afbeelding 7-18 Configuratie van de Kortec afsluitspuitmond zonder sensoren...
Pagina 99
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-49 Tabel 7-28 Onderdelen van het scherm voor instelling van de afsluitspuitmond Schermonderdeel Beschrijving Handbediening Door op de knoppen Open (Openen) of Close (Sluiten) te tikken wordt de afsluitspuitmond geopend of gesloten als aan de bewegingsvoorwaarden is voldaan.
Pagina 100
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-50 Tabel 7-28 Onderdelen van het scherm voor instelling van de afsluitspuitmond Schermonderdeel Beschrijving Open Trigger - IMM Position (Trigger voor openen - Positie van de IMM) De afsluitspuitmond opent wanneer de schroefpositie van de spuitgietmachine (IMM) tot onder de referentiewaarde voor de positie daalt.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-51 7.18 Scherm voor de productiegrafiek Het scherm voor de productiegrafiek geeft real-time gegevens over het huidige productieproces. Menuknoppen onderin het scherm geven toegang tot andere instellingen (instellen, zoomen, weergave, toleranties, enz.). Afbeelding 7-19 Scherm voor de productiegrafiek...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-52 Scherm voor de productiegrafiek - vervolg Tabel 7-29 Onderdelen van het scherm voor de productiegrafiek Schermonderdelen Beschrijving Het scherm toont een grafiek van een geselecteerde variabele. De naam van de variabele en de huidige waarden worden onder de grafiek weergegeven. De volgende functies zijn mogelijk: •...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-53 7.18.1 Menuknoppen onderaan Deze knoppen zijn te vinden op alle productiegrafiekschermen. De submenu's en functies ervan worden in de volgende tabel beschreven. Afbeelding 7-20 Menuknoppen onderaan het scherm voor de productiegrafiek Tabel 7-31 Menuknoppen onderaan het scherm voor de productiegrafiek Activate Activeert/deactiveert de meting.
Pagina 104
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-54 Tabel 7-31 Menuknoppen onderaan het scherm voor de productiegrafiek Tolerance band Transfer (Overdracht): Maakt de overdracht mogelijk van curven naar een monitoringbereik, (Tolerantieband) waarbinnen de curve moet bewegen. Via een selectiedialoogvenster kan worden gekozen of een referentiecurve of trendcurven worden gebruikt als bron voor de tolerantieband.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-55 7.19 Software-oscilloscoop Dit dialoogvenster wordt geopend door de knop Setup (Instellen) te kiezen en vervolgens [Configuration] (Configuratie). Er zijn vier tabbladen: Measure parameter (Meetparameter), Trigger, Parameter en Line color (Lijnkleur). Deze zullen hieronder worden beschreven en de configuratie van andere grafiekschermen is zeer vergelijkbaar.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-56 Software-oscilloscoop - vervolg 7.19.2 Trigger Wordt gebruikt om de variabele te selecteren die zal worden gebruikt om de meting te starten. 7.19.3 Parameter Wordt gebruikt om de variabele te selecteren die zal worden geregistreerd. In de kolom Process parameter (Procesparameter) staan alle beschikbare variabelen.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-58 7.20 Protocolscherm voor procesgegevens (PD) Het protocolscherm voor procesgegevens dient om de procesgegevens in tabelvorm weer te geven. De geregistreerde waarden kunnen tijdens de meting worden afgedrukt of voor analyse in een bestand worden opgeslagen. De contextmenuknop rechts kan ook worden gebruikt om de procesgegevens in andere vormen te bekijken (histogram, spreidingsdiagram, enz.).
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-59 7.20.1 Menuknoppen onderaan Afbeelding 7-22 Menuknoppen onderaan het scherm voor procesgegevens Tabel 7-34 Menuknoppen onderaan het scherm voor procesgegevens Start / stop Start en stopt de meting van procesgegevens. De knop wordt afwisselend weergegeven, afhankelijk van de huidige status van de meting.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-60 7.21 Hoofdscherm voor instellingen WAARSCHUWING De waarden op de schermen in de handleiding komen mogelijk niet overeen met de juiste waarden voor uw machinegrootte. Verander de instellingen van de geladen parameters niet op basis van de schermafbeeldingen.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-61 Hoofdscherm voor instellingen - vervolg De volgende afbeelding toont de namen van de pictogrammen op het scherm voor de machinespecificaties (service-overzicht). Elk scherm wordt op de volgende pagina's in grote lijnen beschreven. Als u een meer gedetailleerde beschrijving van de functionaliteit wenst, kunt u contact opnemen met uw vertegenwoordiger van Mold-Masters.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-62 7.22 Scherm voor systeeminstellingen Het scherm Systeeminstellingen wordt gebruikt om algemene instellingen te selecteren, zoals schermtaal en meeteenheden, lokale datum en tijd. Andere systeeminformatie wordt op dit scherm weergegeven, maar niet gewijzigd. Extra menu's kunnen worden geopend via de menuknoppen onderin het instelscherm, waaronder User (Gebruiker), Display (Weergave), System (Systeem), Report (Rapport) en Mask (Scherm).
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-63 Scherm voor systeeminstellingen - vervolg Tabel 7-36 Onderdelen van het scherm voor systeeminstellingen Schermonderdeel Veld Beschrijving User (Gebruiker) Toont de naam en het toegangsniveau van de huidige gebruiker HMI Version (HMI- Toont de huidige versie van de...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-64 7.22.1 Menuknoppen onderaan Afbeelding 7-26 Menuknoppen onderaan het scherm voor systeeminstellingen Tabel 7-37 Menuknoppen onderaan het scherm voor systeeminstellingen Menuknoppen User (Gebruiker) Opent het dialoogvenster voor aanmelding van de gebruiker. Hier kan ook het gebruikersbeheer worden uitgevoerd.
E-Radial- en Servo-slede. Dit scherm verschijnt niet bij modellen met standaard slede. Afbeelding 7-27 Scherm voor de E-Multi Radial/Servo-slede Tabel 7-38 Onderdelen van het scherm voor de E-Multi Radial/Servo-slede Schermonderdeel Beschrijving Nozzle Forward / Backward (Spuitmond...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-66 Scherm voor de E-Multi Radial/Servo-slede - vervolg Tabel 7-38 Onderdelen van het scherm voor de E-Multi Radial/Servo-slede Schermonderdeel Beschrijving Invoergrafiek voor Pressure (Druk) en Velocity (Snelheid) Als alternatief worden de waarden voor druk (groenblauw) en snelheid...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-68 Scherm voor automatisch doorspuiten - vervolg Tabel 7-40 Onderdelen van het scherm voor automatisch doorspuiten Instellingen voor automatisch doorspuiten Invoervelden voor Pressure (Druk) en Velocity (Snelheid) Deze instellingen kunnen worden aangepast door waarden rechtstreeks in deze velden in te voeren.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-69 7.25 Scherm van het info-logboek Systeemgebeurtenissen (alarmen, gebruikerswijzigingen, systeemfouten, enz.) worden geregistreerd in het info-logboek. Dit geeft een overzicht van de werking van de machine. Het scherm van het info-logboek geeft alleen informatie weer. Alarmen kunnen hier niet worden bevestigd.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-70 Scherm van het info-logboek - vervolg Tabel 7-42 Menuknoppen van het info-logboek Filter Maakt het mogelijk een filter te selecteren. Door op de knop te drukken wordt de weergave beperkt volgens de filterinstellingen. De filters voor alarmen, systeem, fouten en toepassing zijn voorgedefinieerd.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-71 7.26 Programmeerbare I/O Dit hoofdstuk beschrijft de instellingen voor programmeerbare digitale uitgangen. Voor elke uitgang kunnen AAN- en UIT-voorwaarden worden gedefinieerd. Deze voorwaarden worden gedefinieerd met behulp van systeemvariabelen. Afbeelding 7-30 Scherm van de programmeerbare I/O...
Pagina 122
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-72 Programmeerbare I/O - vervolg Tabel 7-44 Onderdelen van het scherm van de programmeerbare I/O Schermonderdelen Beschrijving Mode (Modus) Afhankelijk van de gekozen systeemvariabele zijn verschillende instellingen mogelijk. Rising (Stijging) voor vlaggen en digitale in- en uitgangen •...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-73 7.26.1 I/O-monitorscherm Het I/O-monitorscherm toont de status van de in- en uitgangen van de hardwaremodules. Afbeelding 7-31 I/O-monitorscherm Tabel 7-45 Onderdelen van het I/O-monitorscherm Schermonderdelen Beschrijving Hoofdoverzichtsscherm Het overzichtsscherm wordt gebruikt voor de selectie van een of meer hardwaremodules.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-74 7.27 Scherm voor productie-instellingen Dit scherm biedt instellingen voor functies en weergave- en instelmogelijkheden voor het productieproces. Afbeelding 7-32 Scherm voor productie-instellingen Tabel 7-46 Onderdelen van het scherm voor productie-instellingen Schermonderdelen Beschrijving Use Prod.counter (Prod.teller...
Pagina 125
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-75 Tabel 7-46 Onderdelen van het scherm voor productie-instellingen Schermonderdelen Beschrijving Knop User Settings Geeft het dialoogvenster voor het aanmelden van gebruikers weer. (Gebruikersinstellingen) Knop Unit Settings (Instelling Geeft het instellingenvenster voor de meeteenheden weer. voor meeteenheden) Dit dialoogvenster kan worden gebruikt om de meeteenheden voor het systeem te wijzigen en aangepaste eenheidssjablonen op te slaan of te laden.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-76 7.28 Monitorscherm voor de aandrijving Dit scherm toont de aandrijfparameters (huidige waarden) tijdens live bedrijf. Het scherm geeft een eenvoudig overzicht van elke aandrijving in het systeem en helpt bij het stellen van een eerste diagnose in geval zich problemen voordoen in een aandrijving. Het scherm toont informatie over de betreffende aandrijving (Inspuiting, Inspuiting2, Plasticeren, Slede).
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-77 Monitorscherm voor de aandrijving - vervolg Tabel 7-47 Onderdelen van het monitorscherm voor de aandrijving Schermonderdelen Beschrijving Communication De communicatiefasen (statussen) worden aan de rechterkant in tekstvorm (Communicatie) weergegeven (bijv. communicatiefase 4). • 1, 2 of 3: Opstartfase of overdracht van parameterset •...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-79 7.30 Monitorscherm voor aandrijfparameters In dit scherm kunnen parameters van elektrische aandrijvingen worden weergegeven en de waarden ervan worden gewijzigd. Het linkerdeel van het scherm toont de bestaande aandrijvingen in een boomstructuur. Door de structuur uit te breiden, kunnen de afzonderlijke parametergroepen worden geselecteerd.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-80 7.31 PID-instellingen LET OP CAUTION Wijziging van de PID-waarden kan schade aan de injectie-eenheid veroorzaken die niet onder de garantie valt. Noteer de oorspronkelijke waarden voordat u wijzigingen aanbrengt. Verander waarden één voor één en in kleine stappen.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-81 7.32 Scherm voor referentie-instellingen Dit scherm toont alle referentiewaarden die voor het E-Multi-systeem zijn ingesteld. Afbeelding 7-36 Scherm voor referentie-instellingen Tabel 7-50 Onderdelen van het scherm voor referentie-instellingen Schermonderdeel Beschrijving Carriage Position Relatieve positie van de spuitmond ten opzichte (Positie van de van de inlaat van de matrijs.
Tabel 7-50 Onderdelen van het scherm voor referentie-instellingen Schermonderdeel Beschrijving E-Multi Radial and Servo Carriage options (Opties voor de E-Multi Radial- en Servo-slede) Dit venster vervangt het venster Set Carriage Zero Reference (Nulreferentie van slede instellen) wanneer een E-Multi Radial-eenheid is geïnstalleerd.
Pagina 133
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-83 Tabel 7-50 Onderdelen van het scherm voor referentie-instellingen Schermonderdeel Beschrijving Injection Axis Reference (Referentie inspuitas) Screw Position Geeft de schroefpositie aan waarbij het systeem (Schroefpositie) overschakelt op nadruk Knop Reference Tik op deze knop om de schroef automatisch...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-84 7.33 Scherm voor machinegegevens Wordt gebruikt voor het maken van een back-up (opslaan) van machineparameters vóór een software-update en voor het herstellen (laden) van opgeslagen machineparameters na een software-update. Afbeelding 7-37 Scherm voor machinegegevens Tabel 7-52 Onderdelen van het scherm voor machinegegevens...
CAUTION Wijziging van systeemvariabelen kan leiden tot onverwachte werking en schade aan de E-Multi die niet onder de garantie valt. Het monitorscherm voor variabelen wordt gebruikt voor het bekijken en wijzigen van variabelen van de machine (IEC). De gebruiker kan alle variabelen in groepen samenbrengen, opslaan, observeren of de waarde van de variabelengroep wijzigen.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-86 Monitorscherm voor variabelen - vervolg Tabel 7-53 Onderdelen van het monitorscherm voor variabelen Schermonderdelen Beschrijving Variable Selection Toont alle systeemvariabelen in een boomstructuur. (Selectie van Deze kunnen worden uitgebreid en alle variabelen, structuren en arrays daarin kunnen variabelen) worden weergegeven.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-87 7.35 Scherm voor vertragingsinstellingen Dit scherm wordt gebruikt om de vertragingstijden voor de productie in te stellen. Vertragingstijden die in dit scherm worden aangepast hebben alleen invloed op de modus Handmatig en Automatisch. Deze instellingen hebben geen effect op de modus Instellen.
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-88 7.36 Schermen voor kalibratie-instellingen Deze schermen worden gebruikt voor kalibratie van machineomvormers, servo-graden ten opzichte van afstanden, enz. Dit scherm is onderverdeeld in de volgende tabbladen: • Nozzle (Spuitmond) (alleen voor systemen met Servo-slede) •...
Pagina 140
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-90 Alarmscherm - vervolg Tabel 7-56 Onderdelen van het alarmscherm Schermonderdelen Kolom Beschrijving State De kolom toont het statuspictogram van het alarm (Status) Actief Alarm is actief Inactief Alarm is gereset door de toepassing, maar nog niet...
HMI-INTERFACE VAN DE E-MULTI-CONTROLLER 7-91 7.38 Scherm voor matrijsgegevens Matrijsspecifieke instellingen zoals bewegingsinstellingen, profiel en temperatuurreferentiewaarden kunnen worden opgeslagen (bewaard) en opgeroepen (geladen). Het bovenste gedeelte bevat een tabel met de opgeslagen matrijsinstellingen. Een matrijsgegevensrecord bevat de instellingen voor profielen, temperaturen, matrijshoogte, enz.
Hernoemt het geselecteerde matrijsinstellingenbestand. (Hernoemen) OPMERKING Laad geen standaard E-Multi-matrijsinstellingenbestand op een E-Radial-systeem, aangezien de profielgrenzen buiten de normale bedrijfsomstandigheden kunnen vallen. In het geval dat een standaard matrijsinstellingenbestand was geladen, zal het laden van een E-Radial-matrijsinstellingenbestand het profiel corrigeren.
7-93 7.39 Scherm voor Euromap E67 Met dit scherm kan de gebruiker de vast bedrade I/O tussen de spuitgietmachine, E-Multi en de robot monitoren. Het scherm kan worden geopend door op de contextmenubalk van het beginscherm op de knop E67 te drukken.
Open de stoppen van de hogedrukaansluitingen niet. De stoppen van de hogedrukaansluitingen zijn voorzien van plastic dopjes om onbedoeld openen te voorkomen. 1. Controleer altijd met voordruk van de E-Multi bij bedrijfstemperatuur en stationaire druk. 2. Tik op de controller op de knop Operation Mode Select (Bedrijfsmodus selecteren) en kies Set Up Mode (Modus Instellen).
Voor een juiste kalibratie moet u ervoor zorgen dat juist is ingesteld hoever de spuitmond uitsteekt. De eerste keer dat de E-Multi wordt geïnstalleerd, en bij elke overbrenging naar een nieuwe machine met een andere matrijs, moeten de uitgangspositie van de slede en de contactkracht worden ingesteld.
Mold-Masters kunnen worden gewijzigd. De standaardwaarden zijn: Waarschuwingstemperatuur: 75°C Alarmtemperatuur: 80°C De E-Multi-controller schakelt de motoren automatisch uit wanneer de alarmtemperatuur wordt bereikt. De motortemperatuur kan in real time worden gemonitord op het monitorscherm voor de aandrijving (“Monitorscherm voor de aandrijving” on page 7-76).