VOORZICHTIG
Kinderen of omstanders kunnen letsel
oplopen als zij de machine verplaatsen of
proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd
staat.
Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en
stel de parkeerrem in werking wanneer u de
machine onbeheerd achterlaat, ook al is het
slechts voor een paar minuten.
Stand van afvoerplaat
instellen
Zet de afvoerplaat in positie C (vooraan) om het gras
op te vangen. Raadpleeg de Gebruikershandleiding
van de machine.
Zorg dat de afvoerplaat de behuizing van de blazer
niet aanraakt.
Figuur 23
De grasvanger gebruiken
Schakel de aftakas op de tractie-eenheid in om de
blazer te starten; schakel de aftakas uit om de blazer
te stoppen.
Wanneer u de grasvanger gebruikt in droge
omstandigheden, moet u het maaidek omlaagbrengen
om de hoeveelheid stof, gras en vuil die wordt
uitgeblazen te beperken.
De grasvanger kan verstoppen als u te snel rijdt en het
motortoerental te laag is. Op heuvelachtig terrein kan
het noodzakelijk zijn de rijsnelheid van de machine te
verminderen. Maai heuvelafwaarts als dit mogelijk is.
VOORZICHTIG
Als de grasvanger vol raakt, komt er extra
gewicht op de achterkant van de machine. Als
u de machine plotseling stopt of start op een
heuvel, kunt u de beheersing over het stuur
verliezen of de machine kan kantelen.
• U mag daarom nooit plotseling starten
of stoppen bij het op- en afrijden van
een helling. Start de machine nooit
hellingopwaarts.
• Als u de machine stopt terwijl u
hellingopwaarts rijdt, moet u de
aftakas uitschakelen. Rij dan langzaam
hellingafwaarts.
• U mag nooit schakelen of stoppen op een
helling.
Vullingsaanwijzer
gebruiken
De vullingsaanwijzer aan de bovenkant van de kap
draait rond zolang de graszakken gevuld worden
(Figuur
24). Als de vullingsaanwijzer stopt met
draaien zijn de graszakken vol.
Maak de waaier van de vullingsaanwijzer schoon als
er aangekoekt gras of vuil is.
g012679
1. Vullingsaanwijzer
Tips voor bediening en
gebruik
Afmetingen van de machine
Denk eraan dat de machine langer en breder is als
dit werktuig is gemonteerd. Een te nauwe bocht in
een beperkte ruimte kan leiden tot schade aan het
werktuig of andere objecten.
15
Figuur 24
g037666