Parameter
Reeks
Specificeert de LFO snelheid.
Als TEMPO SYNC of OFF staat:
0-127
RATE
Als TEMPO SYNC op ON staat:
16, 12, 8 (
1/4 ( ), 3/16 ( ), 1/6 ( ), 1/8 ( ), 3/32, 1/12, 1/16, 1/24, 1/32
PITCH DEPTH
-63–+63
FILTER DEPTH
-63–+63
AMP DEPTH
-63–+63
PAN DEPTH
-63–+63
D BEAM ASSIGN parameters
Deze instelling specificeert de parameter waarvan de waarde door de D BEAM controller gewijzigd zal worden als u op de D
BEAM [EFFECTS/ASSIGN] knop drukt.
Deze instelling is op de huidige Tone van toepassing.
Houd de D BEAM [EFFECTS/ASSIGN] knop ingedrukt en bedien de knop, drukknop of schuifregelaar van één van de hieronder
genoemde parameters
* Met de D BEAM ASSIGN parameter kunt u niet instellen dat de parameter verandert wordt door de [CANCEL/SHIFT] knop
ingedrukt te houden.
Parameter
Reeks
RATE
FADE-TIME
LFO
PITCH-DEPTH
FILTER-DEPTH
AMP-DEPTH
PITCH
DETUNE
PWM
PW
OSC
PITCH-ENV-A
PITCH-ENV-D
PITCH-ENV-DEPTH
48
Uitleg
), 4 ( ), 2 ( ), 1 ( ), 3/4 ( ), 2/3 ( ), 1/2 ( ), 3/8 ( ), 1/3 ( ),
Specificeert de hoeveelheid modulatie die op de
toonhoogte van de Tone wordt toegepast.
Specificeert de hoeveelheid modulatie die op de
Cutoff frequentie van de Tone wordt toegepast.
Specificeert de hoeveelheid modulatie die op het
niveau van de Tone wordt toegepast.
Specificeert de hoeveelheid modulatie die op de
pan van de Tone wordt toegepast.
Uitleg
Wijzigt de LFO snelheid (Frequentie, p.37).
Wijzigt de tijd waarbinnen de LFO amplitude het maximum bereikt (p.37).
Wijzigt de Vibrato (toonhoogte modulatie) diepte (p.37).
Wijzigt de Wah (Cutoff frequentie modulatie) diepte (p.37).
Wijzigt de Tremolo (volume modulatie) diepte (p.37).
Wijzigt de toonhoogte van de Tone (p.31).
Wijzigt de toonhoogte verfijnder (p.31).
Als de asymmetrische pulsgolf voor WAVE is geselecteerd, wijzig de boventonenstructuur (p.31).
Als de asymmetrische pulsgolf voor WAVE is geselecteerd, wijzig de breedte van het bovenste gedeelte
van de puls golfvorm (p.32).
Wijzigt de Attacktijd van de pitch Envelope (p.32).
Wijzigt de Decaytijd van de pitch Envelope (p.32).
Wijzigt de hoeveelheid toonhoogteverandering geproduceerd door de pitch Envelope (p.32).
Paneelbediening
1.
Houd de [CANCEL/SHIFT] knop ingedrukt en duw de Pitch
Bend/modulatiehendel van u af.
2.
Draai aan de [RATE] knop.
3.
Druk op de [CANCEL/SHIFT] knop.
1.
Houd de [CANCEL/SHIFT] knop ingedrukt en duw de Pitch
Bend/modulatiehendel van u af.
2.
Verplaats de [PITCH DEPTH] schuifregelaar.
3.
Druk op de [CANCEL/SHIFT] knop.
1.
Houd de [CANCEL/SHIFT] knop ingedrukt en duw de Pitch
Bend/modulatiehendel van u af.
2.
Draai aan de [FILTER DEPTH] knop.
3.
Druk op de [CANCEL/SHIFT] knop.
1.
Houd de [CANCEL/SHIFT] knop ingedrukt en duw de Pitch
Bend/modulatiehendel van u af.
2.
Verplaats de [AMP DEPTH] schuifregelaar.
3.
Druk op de [CANCEL/SHIFT] knop.
1.
Houd de [CANCEL/SHIFT] knop ingedrukt en duw de Pitch
Bend/modulatiehendel van u af.
2.
Houd de [CANCEL/SHIFT] knop ingedrukt en verplaats de
[AMP DEPTH] schuifregelaar.
3.
Druk op de [CANCEL/SHIFT] knop.