Benamingen en functies
Bovenpaneel
1
4
2
3
10
15
D BEAM (p. 21)
1
Hier kunt u de D BEAM functie aan/uitzetten. Door uw hand boven
de D BEAM controller te bewegen, kunt u een verscheidenheid aan
effecten toepassen.
2
[TONE COPY] knop (p.30)
Dit kopieert alle parameters van een klank naar een andere klank.
USB MEMORY [PATCH] knop (p.55)
Hier kunt u Patches of Phrases in USB-geheugen opslaan, of deze van
USB-geheugen in de GAIA SH-01 laden.
3
TONE 1–3 (p. 29)
Hier kunt u de klank die u wilt bewerken selecteren, en specificeren
welke klanken hoorbaar zullen zijn.
LFO (Low-Frequency Oscillator)
4
(p. 36)
Hier kunt u cyclische modulatie op de toonhoogte (produceert
vibrato), het volume (produceert tremolo) of op het filter (produceert
een Wah-effect) toepassen.
5
OSC (Oscillator) (p. 30)
Hier kunt u de golfvorm die het basiskarakter van het geluid bepaalt
selecteren, en de toonhoogte specificeren.
FILTER (p. 32)
6
Hiermee kunt u de helderheid of dikte van het geluid wijzigen. U kunt
ook een onderscheidend klankkarakter creëren, dat kenmerkend is
voor synthesizers.
AMP (p. 35)
7
Hier kunt u de luidheid van het geluid dat door de filtersectie is
gegaan specificeren.
10
5
6
11
12
7
EFFECTS (p. 38)
8
De GAIA SH-01 heeft vijf ingebouwde effecten: Distortion, Flanger,
Delay, Reverb en Low Boost. Elk effect kan apart worden ingesteld.
9
EXT IN (externe invoer, p.40)
Hier kunt u specificeren hoe het apparaat dat op de INPUT Jack is
aangesloten zal klinken. U kunt zijn geluid wijzigen, door bijvoor-
beeld de vocalen of andere geluiden die zich in het midden bevinden
op te heffen.
8
9
13
14