Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Pitch Envelope Gebruiken; De Helderheid En Dikte Aanpassen (Filter); Filter Types - Roland GAIA SH-01 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

[PW] schuifregelaar
Als de [WAVE] knop (p.30) is geselecteerd
metrische vierkante golf ), kunt u deze schuifregelaar
gebruiken om de breedte van het bovenste gedeelte van
de vierkante golf (de pulsbreedte) als een percentage van
de gehele cyclus te specificeren.
• Als de schuifregelaar naar beneden wordt bewogen wordt
de puls smaller, zodat deze een vierkante golf benadert
(pulsbreedte = 50%).
• Als de schuifregelaar omhoog wordt bewogen wordt de
puls breder, en wordt een meer idiosyncratisch geluid
geproduceerd.
PITCH ENV (Pitch Envelope)
Op blaasinstrumenten zoals een trompet kan het begin
van de noot (d.w.z. het moment waarop de musicus begint
te blazen) lichtelijk verschillen van dan de toonhoogte
waarop de noot stabiliseert.
Met de Pitch Envelope kunt u dit type tijdsafhankelijke
verandering in toonhoogte creëren.
[A] (Attack Time) schuifregelaar
Dit specificeert de tijd vanaf het moment dat u de toets
indrukt, totdat de toonhoogte zijn hoogste (of laagste)
punt bereikt.
Als de regelaar omhoog wordt geschoven wordt deze tijd
langer, en als deze naar beneden wordt geschoven wordt
deze tijd korter.
[D] (Decay Time) schuifregelaar
Dit specificeert de tijd vanaf het moment dat de toon-
hoogte zijn hoogste (of laagste) punt bereikt, totdat deze
naar de toonhoogte van de toets die u indrukte terugkeert.
Als de regelaar omhoog wordt geschoven wordt deze tijd
langer, en naar beneden geschoven wordt de tijd korter.
[ENV DEPTH] (Envelope Depth) schuifregelaar
Dit specificeert in welke mate de Pitch Envelope de
toonhoogte beïnvloedt.
• Als de schuifregelaar zich in de bovenste (+) helft van zijn
bereik bevindt, zal de toonhoogte aanvankelijk stijgen,
en dan terugkeren naar de toonhoogte van de toets die u
indrukt. Als de schuifregelaar omhoog wordt geschoven,
neemt de afstand waarmee de toonhoogte stijgt toe.
• Als de schuifregelaar zich in de onderste (-) helft van zijn
bereik bevindt, zal de toonhoogte aanvankelijk dalen, en
dan terugkeren naar de toonhoogte van de toets die u
indrukt. Als de schuifregelaar omlaag wordt geschoven,
neemt de afstand waarmee de toonhoogte daalt toe.

De Pitch Envelope gebruiken

Als u wilt dat de toonhoogte aan het begin van de noot
tijdelijk iets hoger is (bijv. zoals deze is op het moment dat
een trompettist begint te blazen), stelt u [A] en [D] op zeer
korte tijden in, en beweegt u de ENV DEPTH lichtelijk in de
'+' richting.
Door [A] op de kortste tijd in te stellen (de schuifregelaar
helemaal naar beneden), [D] iets langer in te stellen en
32
ENV DEPTH naar de maximale positie te verhogen, kunt u
het neerwaarts zwepende elektronische drumgeluid, dat
populair was in de jaren tachtig, simuleren.
(asym-
De helderheid en dikte aanpassen
(FILTER)
De FILTER sectie bevat parameters die het karakter en
typerende kenmerken van het geluid bepalen.
U kunt het klankkarakter wijzigen door de filterinstellingen
te veranderen. Er zijn verschillende types filters: een
laagpasfilter (LPF) bijvoorbeeld, laat alleen het gedeelte
van het geluid dat zich onder een specifieke frequentie
bevindt (de Cutoff frequentie) passeren, en een hoogpas-
filter (HPF) laat alleen het gedeelte boven die frequentie
passeren.
Door de Cutoff frequentie van een laagpasfilter te verande-
ren, kunt u het geluid helderder of donkerder maken. De
Cutoff frequentie kan met de Envelope worden bestuurd
om binnen een bepaalde tijd te veranderen.
Door het filter en de Envelope instellingen aan te passen,
kunt u geluiden die beweging en expressiviteit hebben
creëren.
De filter parameters worden hieronder beschreven.

Filter types

LPF (laagpasfilter)
Dit type filter kapt de frequentiereeks boven de Cutoff
frequentie af, en maakt het geluid milder.
Dit is het meest gebruikte type filter.
Volume
Afkap
regio
Frequentie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave