5. Verwijder de luchtkap.
6. Reinig de luchtkap, de klemring en de spuitmond
met een zachte borstel en een niet-ontvlambaar
oplosmiddel.
332411K
7. Gebruik zo nodig een tandenstoker of ander
zacht gereedschap om de gaten van de luchtkap
te reinigen. Gebruik geen metalen gereedschap.
8. Plaats de luchtkap weer terug. Draai die stevig
aan.
Onderhoud
43