Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie van het pistool
Installatie
Installatie van
Installatie
van het
van
Instelprocedure voor
Instelprocedure
Instelprocedure
Om het risico op brand en explosie te verminderen,
moeten de gebruikte vloeistoffen voldoen aan
de onderstaande eisen met betrekking tot
ontvlambaarheid:
• FM
FM
FM-, -, -, Fmc
Fmc
Fmc- - - goedgekeurd:
goedgekeurd:
goedgekeurd:
Het materiaal is niet-brandonderhoudend
overeenkomstig de standaardtestmethode voor
het zelfonderhoudend branden van vloeibare
mengsels, ASTM D4206.
• CE
CE
CE- - - EN
EN
EN 50059
50059
50059- - - conform:
conform:
conform:
Materiaal is geclassificeerd als niet-ontbrandbaar
zoals gedefinieerd in EN 50059: 2018.
Voor meer informatie zie
Brandbaarheid van coatingmaterialen, page
Het aanraken van de onderdelen van het
spuitpistool die onder spanning staan, veroorzaakt
een elektrische schok. Raak tijdens het bedienen,
of tot u de
Procedure voor het ontladen van
vloeistofspanning en aarding, page 37
uitgevoerd, de pistoolspuitmond of de elektrode
niet aan en kom niet dichterbij dan 100 mm van de
voorkant van het pistool.
Volg de
Procedure voor het ontladen van
vloeistofspanning en aarding, page 37
stopt met spuiten en wanneer u de opdracht krijgt
de spanning te ontladen.
Om het risico te verminderen dat componenten
zouden scheuren, wat ernstig letsel kan
veroorzaken, mag de laagste maximale werkdruk
van een component in het systeem niet
overschreden worden. Deze apparatuur heeft een
maximale luchtwerk- en vloeistofdruk van 0,7 MPa
(7 bar, 100 psi).
Om het risico op letsel te verminderen, dient u
steeds de
Drukontlastingsprocedure, page 37
volgen als u de opdracht krijgt om de druk te
ontlasten.
24
het pistool
het
pistool
pistool
voor pistolen
pistolen
voor
pistolen
hebt
wanneer u
Zie
Instelprocedure voor pistolen die zacht
spuiten, page
pistool met rond spuitpatroon, page
Instelprocedure voor HVLP-pistolen, page
Instelprocedure voor pistool voor schurende
materialen, page 33
vormlossingspistool, page 34
stappen voor het instellen van speciale pistolen.
Zie onderstaande figuur voor de locaties van de
bedieningselementen van het elektrostatische
pistool.
107.
Figure 16 Bedieningselementen elektrostatisch
pistool
1. Het pistool voor geleverd met de luchtkap en de
vloeistofspuitmond reeds geplaatst. Controleer
dat de klemring strak zit.
OPMERKING: Om een ander formaat
OPMERKING:
OPMERKING:
vloeistofspuitmond of luchtkap te selecteren, zie
Selectietabel vloeistofspuitmond, page 90
Selectiehandboek luchtkappen, page
Luchtkap en spuitmond vervangen, page 57
de spuitmond en de luchtkap te installeren.
2. Zet de ES aan/uit-schakelaar (J) in de uit-stand
(O).
3. Sluit het zelfontlastende luchtventiel naar het
pistool.
4. Controleer de weerstand van
het pistool. Voer de stappen in
De pistoolweerstand testen, page 45
te
5. De vloeistofslang op waterbasis aansluiten Voer
de stappen in
aansluiten, page 16
28,
Instelprocedure voor
en
Instelprocedure voor
voor aanvullende
De vloeistofslang op waterbasis
uit.
31,
29,
en
94. Zie
om
uit.
332411K
Advertenties
Inhoudsopgave
