Bijlage A - Display Gebruikersinterface
Instelscherm - Verwarmsysteem
Dit scherm maakt het voor gebruikers mogelijk om de
parameters voor elke verwarmzone in te stellen. Druk
op
om door elke verwarmzone te bladeren.
Druk op
als de gewenste verwarmzone wordt
weergegeven, om toegang tot de velden te krijgen en de
wijzigingen aan te brengen. Druk op
bewerkingsmodus te sluiten.
OPMERKING: de modus Bewerken dient verlaten te
worden om door de verwarmzones te kunnen
bladeren.
Pictogram Functie
Geeft de geselecteerde verwarmzone
weer. Druk op
elke verwarmzone te bladeren.
Stel het temperatuurinstelpunt voor elke
verwarmzone in.
Stel het aantal graden in waarmee het
instelpunt verlaagd dient te worden als
de verwarmzone in de modus
Terugstelling staat.
Stel het aantal graden in waarmee de
verwarmzone boven het instelpunt mag
stijgen, voordat een alarmmelding wordt
gegeven.
Stel het aantal graden in waarmee de
verwarmzone boven het instelpunt mag
stijgen, voordat een melding over een
afwijking wordt gegeven.
Selecteer om de verwarmzone te
activeren; laat leeg om de verwarmzone
uit te schakelen.
Gedeelde zone. Selecteer welke zone
voor zowel ram A als ram B moet worden
ingesteld.
F
. 63: Instelscherm voor het verwarmsysteem
IG
96
Instelscherm voor het onderhoud
Het instelscherm voor het onderhoud maakt het voor
gebruikers mogelijk de onderhoudsintervallen voor het
opnieuw maken van de volgplaatafdichtingen en het
opnieuw bouwen van de pomp in te stellen.
Pictogram Functie
om de
om door
F
. 64: Instelling voor het onderhoud
IG
Stel het aantal vaten (0-9999) in dat van
toepassing is op het onderhoud van de
volgplaatafdichting. Het op 0 instellen
van het aantal pompcycli schakelt deze
functie uit. Als een Tandem-systeem
wordt gebruikt, dient dit voor elke ram
ingesteld te worden. Als onderhoud
vereist is, wordt de foutmelding
Volgplaatafdichting opnieuw bouwen,
gegeven. Zie Alarmcodes en
Foutopsporing op pagina 38.
Stel het aantal pompcycli (0-9999)
in dat van toepassing is op het
pomponderhoud. Het op 0 instellen
van het aantal pompcycli schakelt deze
functie uit. Als een Tandem-systeem
wordt gebruikt, dient dit voor elke pomp
ingesteld te worden. Als onderhoud
vereist is, wordt de foutmelding Pomp
opnieuw bouwen, gegeven. Zie
Alarmcodes en Foutopsporing op
pagina 38.
3A0648P