Installatie
Installatie
Toebehoren zijn bij Graco verkrijgbaar. Controleer of
alle toebehoren de juiste maten hebben en dat ze
voldoen aan de drukniveaus en de eisen van het
systeem.
Figuren of afbeeldingen met componentidentificaties
dienen slechts als richtlijn voor het selecteren en
installeren van systeemcomponenten en toebehoren.
Neem contact op met uw Graco-leverancier voor hulp bij
het ontwerp van een systeem dat precies is ontworpen
voor uw specifieke behoeften.
Locatievereisten
•
Zie Afmetingen, pagina 104 voor rammontage en
de afmetingen van de speling.
•
Alleen voor installatie binnenshuis en niet in de
buurt van water of enige andere vloeistof die wordt
gespoten.
Locatie
LET OP
Om schade aan de apparatuur te voorkomen, dient het
toevoersysteem altijd met de daarvoor bestemde
hefhulpstukken (zie F
. 2) geheven te worden. Hef
IG
nooit op een andere manier.
1. Bevestig een heftakel op de daarvoor bestemde
heflocaties. Gebruik een kraan of vorkheftruck om
de apparatuur van de pallet te heffen. Zie F
voor de juiste heflocaties.
2. Positioneer de ram zodanig dat de luchtregelaars
en de elektrische behuizing goed toegankelijk zijn.
Controleer of er aan de bovenzijde voldoende
ruimte is om de ram volledig te kunnen heffen.
3. Boor gaten voor ankers van 1/2 inch (13 mm) en
gebruik daarbij de gaten in het voetstuk van de
ram als sjabloon.
4. Controleer of de steun van de ram in alle richtingen
vlak is. Vlak, indien nodig, de voetplaat uit met
behulp van metalen vulplaatjes. Zet de steun vast
op de vloer en gebruik daarvoor ankers met een
dikte van 1/2 inch (13 mm), die lang genoeg zijn
om te voorkomen dat de ram omslaat.
18
Aarding
Aard het toevoersysteem volgens de instructies die
hier en in de handleidingen van de afzonderlijke
componenten worden gegeven.
De voeding is onvoldoende geaard voor het systeem.
De eenheid moet of met de vloer van het gebouw zijn
verbonden, of voorzien zijn van een echte aarding.
Om het risico van vonken door statische elektriciteit
te verminderen, moet de pomp, het te doseren object
en alle andere doseerapparatuur in de omgeving
waar gewerkt wordt, goed geaard worden. Alle
elektrische bedrading moet worden verzorgd door
een gediplomeerd elektricien en moet voldoen aan
alle plaatselijke verordeningen en regelgeving.
Pomp: gebruik een aarddraad en klembeugel.
Draai de borgmoer en de afdichtingsring van het
aardingsaansluitpunt los. Steek een van de uiteinden
van de massadraad in de inkeping in het aansluitpunt
en draai de borgmoer goed
eind van de draad met een echte aardaansluiting.
Zie F
. 10.
IG
. 2
IG
F
. 10: Pomp aarden
IG
Lucht- en vloeistofslangen: gebruik uitsluitend
elektrisch geleidende slangen.
Luchtcompressor: lees de aanwijzingen van de
fabrikant van het materiaal.
Doseerventiel: aarding via aansluiting met een goed
geaarde vloeistofslang en pomp.
aan.
Verbind het andere
ti8250a
3A0648P