Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Weerstand Controleren - Graco D60 Instructies

Verberg thumbnails Zie ook voor D60:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie

De weerstand controleren

Controleer de weerstand tussen het
toevoersysteem en de echte aarding
De weerstand tussen de componenten van het
toevoersysteem en de echte aarding dient minder
dan 0,25 ohm te zijn.
Laat een bevoegd elektricien de weerstand tussen elk
onderdeel van het toevoersysteem en de echte aarding
controleren. De weerstand moet minder zijn dan
0,25 ohm. Als de weerstand hoger is dan 0,25 ohm,
dan moet een andere locatie voor de aarding worden
gekozen. Gebruik het systeem pas als het probleem is
verholpen.
OPMERKING: gebruik een meter die de weerstand
op dit niveau kan meten.
22
Sensor weerstandcontrole
Voer de elektriciteitscontroles uit als de
stroomtoevoer op UIT staat ingesteld.
OPMERKING: voor de controle van de weerstand
van de doseerventielen en de slangsensor,
verwijzen wij u naar de handleiding voor het
doseerventiel of de handleiding voor de slang.
Het toevoersysteem is voorzien van een warmtesensor
en -regelaar voor elk van de vier verwarmde zones.
Om de weerstandsensor te controleren:
1. Controleer of de stroom daadwerkelijk is
uitgeschakeld en dat de uitschakelknop in de
stand UIT staat ingesteld.
2. Voer een controle van de weerstand van de
onderdelen uit.
3. Vervang alle onderdelen die bij het uitlezen een
andere weerstand toonden, dan die welke binnen
het bereik liggen, zoals opgesomd in Tabel 6.
OPMERKING: controleer de weerstand bij een
omgevingstemperatuur van (63°– 77 °F [17°– 25 °C]
Tabel 6: RTD-weerstandsensor
Zone Component
Contactpen
1
Volgplaat
Pen 1 tot 3
2
Vloeistofpomp Pen 1 tot 3
F
. 14: RTD-contactpennen
IG
).
Bereik (ohm)
1050-1100
Ω
Ω
1050-1100
3A0648P

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

D200D200s

Inhoudsopgave