Scherm Verwarmen
Het scherm Verwarmen geeft informatie over vier tot
zes verwarmzones weer. Zie F
over elke zone. Voor elke geactiveerde zone wordt
rechtsboven een pictogram weergegeven, anders
is deze ruimte leeg. De temperatuurunit wordt
rechtsboven, boven de menubalk, weergegeven. Het
pictogram Alarm, rechtsonder, wordt weergegeven als
er een alarmmelding of afwijking in een verwarmzone is.
Druk op de schermtoets onder het pictogram Alarm, om
de alarmmelding of afwijking te wissen.
OPMERKING: verwarmzones vijf en zes bevinden
zich in de twee zone-uitbreidingskit.
Verwarmingszones zeven tot tien bevinden zich op
ram B. Verwarmingszones elf en twaalf bevinden
zich op de tweezonige uitbreidingskit.
Het laatste cijfer van de alarmcodes van de
temperatuurregelmodule geven de zone waarin het
alarm zich voordoet, aan.
Zonenummer Alarmcode temperatuurregelmodule
A1
1
A2
2
A3
3
A4
4
A5
5
A6
6
B1
7
B2
8
B3
9
B4
10
B5
11
B6
12
Systeemcomponent
dat verwarmd wordt
Zone
nummer
F
. 72: scherm Verwarmen - Ram A
IG
3A0648P
. 72 voor informatie
IG
Zone instelpunt
Huidige zone temperatuur
Bijlage A - Display Gebruikersinterface
Vanuit het scherm Verwarmen kunnen gebruikers de
warmtezone-informatie voor elke ram zien, de
verwarmzones in de modus Terugstellen instellen,
de verwarmers van de geactiveerde zones in- en
uitschakelen en de afzonderlijke instellingen voor
de zone-temperatuurregeling wijzigen.
Weergave van Warmtezone-informatie
Druk op
om de informatie over de
verwarmzones te zien en door de schermen Verwarmen
te bladeren.
OPMERKING: om door het scherm Verwarmen te
kunnen bladeren, dient de modus Bewerken
verlaten te worden.
Modus Terugstellen
Druk op
om de verwarmers in de geactiveerde
zone in de stand Terugstellen in te stellen. Het
instelpunt van elke zone zal worden verlaagd met het
getal dat werd ingesteld bij Instelscherm -
Verwarmsysteem, pagina 96.
Verwarmers in de stand AAN instellen
Zie Opwarmen van het systeem, pagina 27 voor
instructies.
De temperatuurinstelling van de zone wijzigen
Druk op
voor toegang tot de velden om wijzigingen
door te voeren. Gebruik de navigatieknoppen om naar
de gewenste verwarmzone te verplaatsen. Voer de
nieuwe temperatuur in en druk op
wijzigingen op te slaan. Druk op
bewerkingsmodus te sluiten.
om de
om de
101